home  

discl. / ©, lid NVJ

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Toets een onderwerp in het zoekboxje, of
klik op één van de letters A..Z hierboven.

Het is al gelukt dat er bijna nergens woningen gebouwd mogen worden
nu wil GroenLinks overal betaald parkeren in Utrecht. 
Zie GroenLinks en de bizarre dwingelandij.

löss

 

löss

Löss is een door de wind gevormde geelachtige afzetting, ofwel een eolische afzetting (eolisch is door de wind afgezet of gevormd). Löss is een zeer gelijkmatige fijnkorrelige grondsoort waarvan het overgrote deel (60-85%) van de korrels is kleiner dan 0,063 mm (te zien als zéér fijn zand met kalkdeeltjes, de korrelgrootte ligt tussen klei en zand). 

Löss is in Nederland alleen in Zuid-Limburg te vinden. Het is ontstaan doordat in de ijstijd het zand met de wind uit de drooggevallen Noordzee en de beddingen van de rivieren werd meegevoerd en werd afgezet in de luwte van heuvelruggen en gebergten en op de rivierterrassen. Door de kou kon er geen vegetatie op en in het zand ontstaan en werd het dek steeds dikker, vaak 5 tot 20 m, op de hellingen zelf wat minder dik. De afzetting moet vrij constant hebben plaatsgevonden omdat löss geen gelaagde structuur heeft. 
Löss bevat kalk maar het bovenste deel van het lösspakket is door uitspoeling met water ontkalkt.



Voor de landbouw is löss een vruchtbaar materiaal omdat het kalkrijk en fijnkorrelig is, kleine poriën heeft en toch een kruimelige structuur; verder houdt het goed water vast (gunstig in drogere perioden).

Het woord löss is afkomstig van het Duitse Löß (met zelfde betekenis als ons löss) en dat hetzelfde woord is als het Zwitsers-Duits lösch (los, luchtig). De grondsoort is genoemd naar zijn onvaste en poreuze karakter. Bron Etymologiebank.

Afbeelding Natuurhistorisch Museum Maastricht.

Zie ook geologische begrippen van Natuurwijzer.
Verg. mergel.

Eng. loess