lei

Een lei is een deel van een gekliefde plaat van leisteen of kwartsiet, onder meer toegepast als vloerbedekking, dakbedekking en gevelbekleding

Lei of leisteen is ook de benaming voor het gesteente, het materiaal waaruit de leien bestaan.
Dakleien van keramiek, beton of kunststof worden ook wel leipannen genoemd, afgeleid van lei en dakpan.

Natuursteen lei
Leisteen is een natuurproduct en kan verschillende kleuren en texturen hebben. Soms geeft men de voorkeur aan wat meer egaal grijzige leien, maar ook lichtere schakeringen, een roestbruin uiterlijk of vrijwel puur zwart is mogelijk.
Niet alleen voor daken, ook voor de gevels van gebouwen worden vaak lei toegepast. Voor een gevarieerd beeld kunnen de verschillende banen leien bijvoorbeeld uit diverse groottes leitjes bestaan.Voor een afgeronde gevel geldt: als de straal niet te klein is en de leitjes niet te groot, dan is zo'n "ronde" gevel ook mogelijk.

Gereedschappen
Door middel van een leihamer en een leibrug worden de leien op maat gekapt. (Het kapijzer (kapbrug, leidekkersaambeeld) is vergelijkbaar met de leibrug.)
De leien worden bevestigd met een leihaak, om wegroesten te vermijden bij voorkeur van messing of rvs
Met de rooihaak worden, bij bv. restauraties, de spijkers uitgetrokken die de leien op een dak houden.
De ladderhaak is een haak waar de ladder van de leidekkers of andere dakdekkers aan bevestigd kan worden (valbeveiliging).

Werkzaamheden van de leidekker (A-blad Hellende Daken)
- op de grond worden de leien op dikte gesorteerd; de dikste leien komen onderaan het dakvlak
- de leien worden met een pannenlift of transportlier op het dak gehesen
- op het dakbeschot wordt met smetlijnen aangegeven waar de leihaken (per laag) worden geslagen
- voet-, hoek-, en kopleien worden met leinagels bevestigd, de andere leien aan leihaken
- de leien worden op maat gehakt, geknipt of geslepen
- met een leihamer worden nagelgaten in de leien geslagen
- afwerken gebeurt met daklood


voorbeeld van leibedekking van een villa in mijdrecht;
klik voor groter (leidekker willem van boxtel):


leisteen in een afgeronde gevel (vdpprojecten):


lei met roestbruin tinten (moinho):


lei met lichtere schakeringen (vdpprojecten):


een fors aantal voorbeelden van leisteen van lei-import;
klik voor groter:


de gelaagdheid van leisteen is hier duidelijk zichtbaar;
klik voor groter (foto kris h. light, east tennessee wild flowers):


de gelaagdheid van leisteen waaruit leien worden gespleten:


Etymologie

Het woord lei is beperkt tot het Nederlands en het Duits en is waarschijnlijk afkomstig uit het belangrijkste wingebied van het gesteente in deze regio, het Rijnlandse Leisteengebergte, waar zich ook de bekende rots Loreley bevindt. Vermoedelijk is het een oud leenwoord uit Gallisch lei. Ontlening uit het Gallisch wordt ondersteund door het Oudierse lie, lia (steen). Bron Etymologiebank.

Leidekkers zijn o.m. Ridder leidekkers/koperslagers, Van Wely leidekkers/loodgieters, Leidekkersbedrijf Willem van Boxtel, Koenders leidekkers, Jobse leidekkers/loodgieters.

Zie verder op de leisteenpagina en bij de Nederlandse Vereniging van Leidekkers.

Verg. vezelcementlei, leipan.

Eng. slate;
Fr. ardoise