Verduurzamen
is conserveren
van een materiaal om aantasting te voorkomen. In de bouw is vooral bij
hout sprake van verduurzaming.
Door biologische verschillen tussen houtsoorten zijn er verschillen in de mate waarin
een verduurzamingsmiddel in het hout kan worden gebracht. Zo dringt een
verduurzamingsmiddel bij vurenhout niet dieper in dan een paar mm, terwijl het
spinthout van lariks, grenen, douglas en europees eikenhout tot aan het kernhout doordringbaar
is. Amerikaans eiken is wat indringdiepte betreft weer vergelijkbaar met
vuren.
Voor bepaalde toepassingen kan naast verduurzaming ook van belang zijn dat het
uiteindelijke materiaal brandvertragend is; vaak kan een brandvertragend middel
hiervoor zorgen. Brandvertaging kan o.m. plaastsvinden door de vacuüm- en drukmethode waarbij een brandvertragend middel in het hout
geïmpregneerd wordt.
Let bij verduurzamen extra op de uiteindelijk gewenste kleur en
hoe het hout er over een aantal jaren uitziet.
Bijvoorbeeld het impregneermiddel Tenco
houtconservering is te gebruiken om schimmels en houtrot tegen te
gaan, een preventief verduurzamingmiddel voor zachte houtsoorten (in
de vorm van balken en vloerdelen) en hout dat in contact komt met de grond. Deze
houtconservering is overschilderbaar met elk type verf of transparante
beits of lak.
Voor meer gegevens zie Verduurzaamd
Hout Nederland (VHN).
Ook door hitte en/of hoge druk kan minder hard hout verduurzaamd worden. Zo kan
naaldhout uit bijvoorbeeld Europa door verhitting en druk even duurzaam worden gemaakt
als hardhout uit de tropen (duurzaamheidsklasse 1, levensduur meer dan 25 jaar). Verder is dit zogenoemde "thermisch gemodificeerde
hout" meer vormvast: het heeft minder last van krimpen en zwellen
als gevolg van wisselende vochtigheid en temperatuur van de omgeving.
Voorbeelden
zijn Platowood, Modiwood, Nobelwood
en WaxedWood
(van Foreco).
Bij Nobelwood
wordt onder verhoogde temperatuur en druk het hout geïmpregneerd met
biopolymeren, waardoor het verduurzaamd wordt.
Platoniseren is de term die gebruikt wordt voor het onder druk stomen van
onbewerkt zacht hout op ca. 170 graden C en ca. 6 bar (de "thermolyse"
of het "koken", duurt 4-5 uur), waarna het hout door matige verwarming
gedroogd wordt (duurt 5-21 dagen) en vervolgens zonder
toevoegen van stoom nogmaals wordt verhit op ca. 190
graden C (de "curing" of het "bakken", duurt 12-16 uur). De letters van Plato staan voor Providing Lasting Advanced Timber Option.
Ook bamboe kan onder hoge temperatuur en
druk verduurzaamd worden: Bamboo X-treme
(van Moso-bamboe).
Bijvoorbeeld naaldhout kan door acetyleren worden verduurzaamd worden en
tropisch hardhout vervangen (zie bij Accoya).
Dit wordt meestal met de algemene term "gemodificeerd hout"
genoemd.
TNO heeft, in samenwerking met Mevo Houtindustrie en Innovita-advies, de
behandelmethode polytreat gepatenteerd die gebruik maakt van pyrrool,
gewonnen uit restafval van biomassa. In een dompelproces polymeriseert pyrrool
in het hout, met als resultaat een zwart, mat uiterlijk. Deze methode geeft
bijvoorbeeld vurenhout een UV-stabiel, een onderhoudsvriendelijk oppervlak en
een iets langere levensduur (zeker niet zo lang als verduurzaamd onder
hitte/druk).
Verder is er de Japanse techniek om te verduurzamen shou sugi ban
(zwarthout): hout van de ceder of cipres wordt aan de oppervlakte "verbrand" om een verkoolde laag te
creëren die weerstand biedt tegen weersinvloeden. Traditioneel werd in Japan de
cipres "aangebrand" om bestand te zijn tegen insecten en brand. Na branden van de toplaag van het
hout wordt het overtollige koolstof met water weggeborsteld. Na het drogen kan de koolstoflaag behandeld worden met een
natuurlijke olie
om de diepe kleur te behouden.
Naast een duurzame koolstoflaag heeft het ook een bijzondere uitstraling.
Zie verder bij shou-sugi-ban, Houzz
en Zwarthout.