De
thermen is de benaming voor een Romeins
openbaar badhuis (publiek bad, badgebouw, "spa", "wellness
resort") of voor een badvertrek in een Romeinse villa. Oorspronkelijk
werd de thermen alleen gebruikt voor het baden (wassen en gezondheid), maar tijdens het keizerrijk werd
het tevens een ontmoetingsplaats voor allerlei vormen van ontspanning, sport,
cultuur en onderonsjes (korte-lijn-overleg, sociale contacten).
Tegenwoordig is de benaming thermen ook wel in gebruik als benaming voor zeer
uitgebreide badgelegenheden.
thermae caracalla, rome, keizerlijke thermen, waarschijnlijk de grootste
thermen ooit; maquette en plattegrond; klik voor groter:
Een uitgebreide thermen omvatte de volgende onderdelen:
- vestibullum,een voorhal (omcirkelde v
op de tekening)
- apodyterium,een kleedruimte met hokjes of planken (ap.); meestal waren er
slaven die meegingen om doeken, strigils (gebogen metalen huidschrapers
van ca. 30 cm), badkleding, sandalen e.d. te dragen; een niet zo ruimte
- palaestrum, een sportveld (meervoud palaestra) voor balspellen en oefeningen; soms was er
een openluchtbad (één van de palaestra op de tekening hierboven is als een peristyle
benoemd, een wat rustiger omgeving dan een sportveld, dat immers meestal buiten
het eigenlijke badgebouw lag)
- frigidarium, een koudwatervertrek (het Latijnse frigidus is koud,
koel), met een klein bassin (puteus of baptisterium); vaak werd
het koudwatervertrek gebruikt na het heetwaterbad; langs de kant van het bad
waren vaak stenen banken, als traptreden naar het bad, waar men op kon rusten en
gesprekken kon voeren met andere bezoekers (zo'n bank heet pulvinus of gradus);
sommige baden waren groot genoeg om in te zwemmen (zo'n bad heet piscina,
natatio of natatorium);op sommige, kleinere locaties was
deze ruimte ook de kleedruimte
- tepidarium, een lauwwarm vertrek (omcirkelde t;
het Latijnse tepidus is lauw, niet te
warm); het tepidarium fungeerde als tussenstaion om te acclimatiseren (naar een
heet bad of juist naar een koud bad); naast het tepidarium was soms een extra
kamer waar de bezoeker werd gezalfd en waar zalf e.d. werden bewaard (unctorium,
elaeothesium of alipterion)
- caldarium, een heet vertrek (cald.;soms calidarium; het Latijnse calidus is warm,
heet) met een warmwaterbad of heetwaterbad; de temperatuur van de vloer was soms
zo hoog dat men op sandalen met houten zolen (soleae balneares) moest
lopen; met warm of koud water uit een waterbekken (labrum) kon de
bezoeker zijn gezicht wassen of zich verfrissen; wanneer de bezoeker zch met een
strigil had schoongeschraapt (zie de afbeelding bij de man rechts), kon
hij het hete bad in (alveus, piscina calida of solium); na het bad
ging de bezoeker meestal weer naar het firgidarium
- laconicum of sudatorium, een kleine ronde zweetruimte (het Latijnse sudor is zweet;
het Latijnse suducumlum is zweetdoek); het laconicum was een hete droge
ruimte; het sudatorium kon zowel droog als vochtig (stoom) zijn; de temperatuur was maximaal ca.
55 graden (zeer heet)
- hypocaustum,
de centrale verwarming,
waarbij de warme lucht onder de vloer als vloerverwarming verspreid werd vanuit
een stookplaats (praefurnium) en via buizen (tubuli; het Latijnse tubus
is buis, waterpijp) door de wanden voor wandverwarming zorgde (de vloer wordt
daartoe gedragen door korte pijlers van
tegels); de meeste ruimten op de tekening zullen in het koudere seizoen verwarmd
zijn geweest.
Verder waren er in de thermen o.m.:
- tuinen
- kunstcollecties en beeldengalerijen
-
winkeltjes voor de verkoop van badolie e.d.
- een soort restaurant.
Water en warm water Thermen hadden veel tot zeer veel water nodig, dat door aquaducten werd
aangevoerd. Het water werd aangevoerd vanaf één of meer cilindrische boilers
die boven de stookplaat stonden. De boilers waren meestal van brons of lood met
een bronzen bodem. De boilers werden milliaria genoemd omdat ze op
mijlstenen leken..Door pompen werd water op de juiste plaats in huis gebracht.
De leidingen waren van aardewerk (keramiek), hout of lood. In een watersysteem
van Boscoreale, dat door de uitbarsting van de Vesuvius in 79 na Chr. goed bewaard
is gebleven, waren "kranen" voor heet en koud water voorzien, zodat de
bediende water van de juiste temperatuur kon doorlaten.
Het particuliere, privé-bad
Het particuliere, privé-bad of -badvertrek in een huis werd meestal balneum
of balneae
genoemd en was dus aanzienlijk kleiner dan de openbare thermae. Balneae is
het meervoud van balneum (bad); vaak waren er meer baden (warm, koud e.d.),
waardoor de term balneae meer ingeburgerd raakte dan het enkelvoud balneum of balineum.
Het warme water van een klein bad kan door slaven met emmers zijn verzorgd.
Plafond badkamer Het plafond van de badruimte is meestal een gebogen gewelf
van holle of massieve keramische voussoirs.
In privé-badruimten was het plafond waarschijnlijk vaak een eenvoudig recht
plafond (in Pompeï lijken de rechte gaten in de muren daarop te wijzen).
Toevoer van water en afvoer van badwater Het water voor de baden e.d. werd aangevoerd via aquaducten. De eerste soort
water was drinkwater. Waarschijnlijk werden de baden gevuld met de tweede soort
water. De permanente aanvoer van water zorgde ervoor dat het vuile water naar de
riolering onder de straten kon spoelen, nadat het vaak nog nuttig gebruikt werd
om de latrine
door te spoelen; de latrine is een Romeinse toiletruimte
met wc-gaten boven een soort sloot binnenshuis.
thermen bignor, west susses; van rechts naar links: apodyterium (kleedkamer, niet koud), frigidarium (koude vertrek) met koudwaterbad,
vanuit 1e tepidarium (warme kamer) kun je naar het
caldarium (hete vertrek) en
eventueel een bad nemen in alveus (hete bad)
en via het 2e tepidarium
kun je terug naar het frigidarium (koud)
en weer naar het apodyterium (kleedkamer):
De term thermen is afgeleid van het Latijnse thermae dat afkomstig is van
het Griekse thermos (warm); het Latijnse thermae aquae baden warme
baden of warme wateren; bron Etymologiebank.