Shake-hands is een bouwstijl uit de Wederopbouwperiode
(na de Tweede Wereldoorlog) waarbij traditionele vormen en materialen (baksteengevels,
hellende daken) worden gecombineerd met moderne materialen en constructiemethoden
(staal, beton, glas, betonskelet, strakke lijnen). Shake-hands architectuur is een mengvorm
van traditionele en moderne bouwmethoden ofwel van traditionalisme en modernisme
(Functionalisme, het Nieuwe
Bouwen), van baksteen en beton (shake-hands is Engels voor
handdruk).
De Shake-hands stijl wordt gekenmerkt door:
- betonskelet wordt in het zicht gehouden, terwijl de geveldelen met baksteen of
glas worden opgevuld waardoor vaak het geheel vakwerk-achtig
aandoet, maar met
hedendaagse materialen - kenmerkende vensteromlijstingen (stalen raamkozijen, vaak
met betonnen gevelbanden) en grove roedeverdeling
- basisgedachte is functioneel (de architecten van Shake-hands
architectuur waren oorspronkelijk functionalisten), maar wel met een duidelijke gevel (pui vaak verschillend van
overige verdiepingen), versieringen mogen weer (maar toch wat logge gebouwen)
- relatief licht metselwerk met sierverbanden bij de pui (begane grond),
onder ramen, bij schoorstenen e.d.
- vrije indeling gevel, in- en uitspringende delen, grote en kleine
ramen, glazen borstweringen, loggia's,
grotere balkons.
De Shake-hands architectuur wordt wel eens als onderdeel van het traditionalisme
gezien, maar lijkt eigenlijk meer een onderdeel van het Functionalisme.