Officieel
staat het begrip "onbemoede ruimte" niet in het Bbl. De bouwpraktijk
heeft de term bedacht voor alle ruimten waarvoor het Bbl geen specifieke eisen
stelt.
In de praktijk
is de onbenoemde ruimte dus de benaming van een ruimte waarbij meestal
niet voldaan wordt aan de eisen voor bijvoorbeeld een
verblijfsruimte (te laag, te
klein, te donker), maar waar soms of vaak wel een nuttig gebruik van kan worden gemaakt.
De term komt vaak voor in verkoopbrochures van woningen e.d. Het is niet altijd duidelijk of de toekomstige eigenaar of bewoner kennis heeft van het feit dat er
nauwelijks eisen aan een onbenoemde ruimte zijn gesteld, denk
bijvoorbeeld ook aan de verwarming die kan ontbreken in een dergelijke ruimte.
De oppervlakte van de onbenoemde ruimte telt wel mee bij het bepalen van de
gebruiksoppervlakte
(van de woonfunctie) mits voldaan wordt aan andere voorwaarden van
gebruiksoppervlakte.
Een paar belangrijke opmerkingen:
Vangneteisen.
Het Informatiepunt Leefomgeving (IPLO)
geeft aan: "Restgebied en onbenoemde ruimten: binnen gebruiksfunctie maar buiten
gebruiksgebied
Toiletruimten, badruimten, technische ruimten en verkeersruimten zijn meestal niet bestemd voor specifiek kenmerkende activiteiten van gebruiksfuncties. Deze liggen dus buiten een gebruiksgebied.
Naast functieruimten en verblijfsruimten, kunnen er nog andere ruimten zijn. Zoals een opbergruimte. Het Bbl biedt de mogelijkheid om (delen van) deze andere ruimten buiten het gebruiksgebied als onbenoemde ruimten aan te wijzen. Dit zijn bijvoorbeeld zolders in woningen die in eerste instantie niet specifiek gebruikt worden. Zolang deze ruimten niet voor een bepaald gebruik in gebruik genomen worden, hoeven ze niet te voldoen aan de eisen voor verblijfsgebieden of functiegebieden.
Een onbenoemde ruimte binnen het gebruiksgebied, moet voldoen aan de regels die gelden voor het verblijfsgebied of functiegebied waarvan de onbenoemde ruimte deel uitmaakt.
Vangneteisen zijn in dat geval niet van toepassing op deze onbenoemde ruimten. Voorbeelden van
vangneteisen zijn:
- regels voor daglichttoetreding
- luchtverversing
- verlichting"
Krijtstreep-principe.
"Onbenoemde ruimten hoeven niet door een fysieke scheidingsconstructie van
een verblijfsruimte te zijn afgescheiden." Dat is het zogenoemde krijtstrepen-principe.
Wanneer, bijvoorbeeld bij een schuin dak, de vrije hoogte minder dan 2,60 m is
(nieuwbouw-criterium) dan mag de vloeroppervlakte van het te lage deel van de
ruimte niet benoemd en geteld worden als verblijfsgebied (verblijfsruimte) en zal
daarom vaak onbenoemde ruimte heten. (In dit geval is een deel van een
kamer een onbenoemde ruimte.)