De
ijkgrafiek geeft in de betontechnologie het
verband weer tussen de gewogen rijpheid en de
druksterkte van een
verhardende betonspecie.
Omdat voor elke betonsamenstelling de gewogen rijpheid anders is en veel gegevens vastgelegd moeten worden, wordt de ijkgrafiek meestal opgesteld door de producent van de betonspecie.
De betoncentrale informeert de aannemer met de ijkgrafiek over de sterkteontwikkeling
van verhardend beton van een bepaalde betonsamenstelling.
Het meten van de sterkteontwikkeling is belangrijk om het moment te kennen
waarop de bekisting van de constructie
kan worden verwijderd. Op die manier is een goed stortproces optimaal te
beheersen. Bij te vroeg ontkisten kan de constructie instorten of de kwaliteit
van het beton sterk verminderen (o.m. door koude); te laat ontkisten betekent
vertraging van de procesgang van de bouw.
Meten van de temperatuur, bepalen van de gewogen rijpheid
Vóór het storten worden in de constructie thermokoppels aangebracht die met de
zogenoemde rijpheidcomputer zijn verbonden. Tijdens de verharding van de
specie wordt de temperatuur door de computer gemeten en de actuele sterkte van de constructie
berekend. Het verloop van de actuele sterkte geeft de rijpheid aan
De aannemer meet met een rijpheidcomputer de ontwikkeling van de rijpheid. Aan de hand van de verstrekte ijkgrafiek
kan op ieder moment de druksterkte afgelezen worden. Eventueel wordt het resultaat van de rijpheidmeting door de aannemer aan
de betoncentrale doorgegeven die mede hierop de betonsamenstelling voor de eerstvolgende
levering van de betonspecie vaststelt.
In het voorbeeld van een ijkgrafiek hieronder, van één bepaalde
betonsamenstelling, staat bijvoorbeeld dat de druksterkte ca. 18 N/mm2 is bij
een een gewogen rijpheid van ca. 1900 graden C h.
ijkgrafiek van één bepaalde betonsamenstelling; klik voor groter
(betonhuis):
De Betonpocket
2006 vermeldt o.m. ( p.80/81):
- De ijkgrafiek is alleen geldig in het gebied waarvoor hij gemaakt is; extrapoleren is
onbetrouwbaar.
- Voor cement is de ijkgrafiek op te vragen bij de fabrikant, maar voor mengsels van cementen of van cement met
poederkoolvliegas moet u zelf de
C-waarde bepalen. Gebruik hiervoor NEN
5970.