Grondverdringing
wil zeggen dat de grond (bij het heien) wordt weggeduwd. De palen van een
paalfundering kunnen op twee manieren in de bodem gebracht worden:
- door ontgraving
- door verdringing.
Tot de ontgravingspalen behoren de boorpalen (in de grond
gevormde paal door een diep gat te boren, wordt niet veel meer
toegepast), de schroefpalen (geschroefde, in de grond gevormde palen)
en de jetgroutpalen (door groutinjectie in de grond gevormde
paal, zie groutpaal).
Er zijn ook palen met weinig grondverdringing: damwandplank, stalen
profielen, open buispaal, omegapaal (een schroefpaal).
Tot de verdringingspalen behoren de geheide houten, betonnen en
metalen palen. Ook de zogenoemde systeempalen waarbij een betonnen of stalen
buis voorzien van een betonnen of stalen voet in de bodem wordt gedrukt, behoren tot de
verdringingspalen.
Door het verdringen van de grond treedt verdichting op waardoor verdringingspalen niet te dicht bij elkaar of bij de palen van een bestaand pand mogen
komen.
Overigens, de term grondverdringend is wat arbitrair: er zijn
schroefpalen die soms "dubbel grondverdringend" genoemd
worden, omdat enerzijds de schroefdraad de grond wegduwt en anders de
bij deze bepaalde soort schroefpalen brede kop verdringend werkt.
Echter, het verdringende karakter van de punt van een geheide paal
lijkt duidelijk groter dan dat van de schroefpaal.