Om horizontale belasting (bij een gebouw vaak de wind) aan te kunnen moet een
constructie, bijvoorbeeld een gebouw, voldoende stabiliteit
hebben zodat het geheel bij windbelasting e.d. niet (teveel) gaat buigen en uiteindelijk instort.
Bij een ongeschoorde constructie
geven vloeren en wanden zelf de benodigde stabiliteit aan de constructie (het
gebouw).
Bij een geschoorde constructie geven extra bouwelementen (buiten
vloeren, wanden en dak) stabiliteit en stijfheid aan de constrcutie (het
gebouw).
Een schoor is meestal een los hulpmiddel om een wand rechtop te houden (bij voorkeur
staat de wand exact verticaal). In de term geschoorde constructie krijgt
die een ruimere betekenis: om de gehele constructie, het gehele gebouw rechtop
te houden, stabiel te houden.
Wanneer een stabiliteitscomponent (betonnen liftkoker o.d.) uit verschillende prefabelementen
bestaat, moeten de correcte werking van het geheel (en tussen de diverse
onderdelen) verzekerd zijn door eventueel aangepaste onderlinge verbindingen.
Ongeschoorde constructies
Bij een ongeschoorde constructie zorgt het "raamwerk" van vloeren en wanden
en dak zelf voor de benodigde stijfheid. Dat kan meestal alleen bij laagbouw.
Voorbeelden van deze "uit zichzelf" stabiele verbindingen zijn:
- woningen met massieve gewapende
wanden en stijve verbindingen tussen de bouwmuren en de verdiepingsvloeren;
vaak is er ook doorkoppeling van voor- en achtergevel (anker in de voor- en achtergevel ter hoogte van de
verdiepingsvloeren; zoals vroeger een paar verdiepingsbalken en de voor- en
achtergevels gekoppeld werden door muurankers)
- het inklemmen van de kolommen in de fundering waardoor stijfheid en
stabiliteit verkregen wordt, eventueel in combinatie met windverbanden
of met vaste knopen tussen liggers en kolommen (zeker bij prefab kolommen worden
door inklemming deze kolommen momentvast
verbonden met de fundering; bij
staalconstructies hebben momentvaste verbindingen tussen liggers en kolommen
vaak de voorkeur).
De afbeeldingen tonen ongeschoorde verbindingen van het inklemmen.
ongeschoord: "putfundering waarbij de kolom in
een betonnen funderingsput wordt vastgezet met fijn ter plaatse gestort
beton"; deze inklemming van
de kolom in de fundering zorgt voor stabiliteit (febe):
ongeschoord: "stekverbindingen waarbij
wachtstaven met gietmortel verankerd worden in de
fundering of in de
kolommen" (febe):
ongeschoord:"geschroefde verbinding waarbij
bouten uit de fundering vastgezet worden in stalen hoekijzers die in de
kolom ingestort worden; ze worden achteraf bescherm met teer plaatse
gestort beton" (febe):
Geschoorde constructies
Bij een geschoorde constructie zijn er extra bouwelementen (dus buiten vloeren en wanden en dak) die de stijfheid
aan het gebouw geven en daardoor het geheel weerstand biedt tegen horizontale
afwijkingen door storm, aardbeving e.d. Geschoorde constructies
zijn bij hogere bouw noodzakelijk. Vaak zijn deze hulpmiddelen van beton.
Noodzaak is ook dat de vloeren een eigen stijfheid hebben zodat die meewerken om de
gehele constructie stijf te houden: "Alle horizontale krachten die op gelijk welke plaats en hoogte op een gebouw aangrijpen, worden via de vloeren naar de stabiliteitscomponenten overgedragen en verder naar de
funderingen".
Voorbeelden van geschoorde constructies voor de stabiliteit
van een gebouw zijn:
- kern/schacht: centrale betonnen kernen (liftkokers/liftschachten,
trappenhuizen) of niet-centrale betonnen liftkokers/liftschachten
(meestal zijn het kokervormige elementen over meer verdiepingen)
- dwarswanden (stabiliteitswanden): wanden dwars op de "normale" bouwmuren zodat buiging van die bouwmuren bijna niet meer mogelijk
is ("in de praktijk worden meestal minimaal vier stabiliteitswanden toegepast, zodat horizontale
krachten in alle richtingen beter opgenomen kunnen worden").
geschoord: via wanden in het midden of wanden met
deursparing of wanden in 2 richtingen (betonhuis):
geschoord: via een kern buiten het gebouw of een kern
in het gebouw (betonhuis):
geschoord: via een kern in het gebouw en via dwarswanden
(febe):