De
kubusdruksterkte is de druksterkte van beton
na 28 dagen verharding.
De kubusdruksterkte wordt meestal beproefd aan de hand van kubusvormige
proefstukken met een ribbe van 150 mm door ze in een drukbank te belasten totdat
ze bezwijken; het is dus een beproeving van het verharde beton na minimaal 28
dagen.
De kubusdruksterkte is de uitgeoefde kracht bij bezwijken gedeeld door het
oppervlak van bovenvlak van de kubus. Bijvoorbeeld bezwijkkracht is 795 kN en
ribbe is 150 mm, dan is de kubusdruksterkte in dit proefgeval: fc
= (795*1000) / (150*150) = 35,3 N/mm2 (de c is van cube; ooit ook
geschreven als
f 'c; de apostrof wordt er in dit verband niet meer bij geschreven).
Omgevingsverschijnselen e.d.:
- temperatuur 20 graden C +/- 2 graden - relatieve
vochtigheid >= 90% dus behoorlijk vochtig (uit de waterbak of
klimaatkamer en afgedroogd met een doek)
- de bezwijkbelasting wordt bepaald op 10 kN nauwkeurig
- de drukbank mag een digitale of analoge uitlezing hebben
- de afwijking van de drukbank mag voor externe verificatielaboratoria 1% zijn
en voor interne controles 3%
- vóór de bezwijkproef wordt de volumieke
massa van het proefstuk bepaald.
De karakteristieke kubusdruksterkte was oorspronkelijk de druksterkte van
tenminste 95% van alle gemeten kubussen van een bepaalde partij beton. NEN-EN
206 noemt een aantal criteria. Er zijn verschillende mogelijkheden om van de gemiddelde kubusdruksterkte naar de
karakteristieke kubusdruksterkte te komen.
Bepaling of voldaan wordt aan de vereiste druksterkte (keuringscriteria voor
kubusdruksterkte) -
Volgens NEN-EN 206-1 wordt of werd de vereiste druksterkte van beton gecontroleerd door
de kubusdruksterkte van 15 proefkubussen te bepalen. Het uit de resultaten
berekende gemiddelde (fcm) moet tenminste 1,48 maal de uit
dezelfde resultaten berekende standaardafwijking (σ) boven de vereiste
karakteristieke druksterkte (fck) liggen. Dat wil zeggen: fcm >= fck + 1,48 * σ
[N/mm2 ofwel MPa].
(De kubusdruksterkte wordt ook geschreven als fck:cube en de
cilinderdruksterkte fck:cil of fck:cyl. Zonder extra aanduiding is meestal
sprake van de kubusdruksterkte.)
Voor de bepaling of beoordeling wordt zowel naar de productiewijze gekeken (family
concept). Er zijn in beide omgevingen twee criteria waaraan de gemiddelde
kubusdruksterkte fcm moet voldoen; aan beide criteria moet worden
voldaan:
- Aan de hand van de excentriciteit u (de factor van de goedkeurkans; zie
de grafiek onderaan) wordt de karakteristieke kubusdruksterkte bepaald met de
formule: fck = fcm - u * σ [N/mm2]
waarbij
fck = de karakteristieke kubusdruksterkte
fcm = de gemiddelde kubusdruksterkte
u = de excentriciteit
σ
= standaardafwijking.
Het aantal proefkubussen is afhankelijk van de cementklasse en de partijgrootte
per stortdag.
- De sterkteklasse wordt bepaald door de kubusdruksterkte. Bijvoorbeeld C25/30
correspondeert met een gemiddelde cilinderdruksterkte van 25 N/mm2 en een
gemiddelde kubusdruksterkte van 30 N/mm2; zie eventueel bij sterkteklasse.
voorbeeld van een apparaat om de kubusdruksterkte van een proefstuk te
bepalen en wat er op het moment van bezwijken meestal plaatsvindt; de
wrijving tussen drukplaten en blok beton houdt het blok vast waardoor in
eerste instantie het beton afspringt aan de zijkanten (okays
enterprises, betoncentrale
eemsmond):
voorbeeld van een mal om de proefkubussen in te maken (okays
enterprises):
omrekentabel riblengte kubussen en belastingstempo van de proef;
klik voor groter (betonpocket):
bepaling van de excentriciteit u uit de keuringskarakteristiek voor de keuringseis van
nen-en 206-1 voor series van 15 kubussen; klik voor groter (keuringskarakteristiek: x15 - 1,48.σ
>= f 'ck; bron betonpocket):
NEN-EN 206 is sinds 2017 "NEN-EN 206+NEN 8005:2017 nl".
Het vervaardigen en bewaren geschiedt volgens NEN-EN 12930-2, het
meten na 28 dagen volgens 12930-3 terwijl de eisen aan de drukbank
vermeld zijn in 12930-4.