home  

discl. / ©, lid NVJ

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
stikstofcrisis en oplossingen


bedding

 

bedding

Bedding heeft meer betekenissen (varianten):


1. De bedding is de grondslag of het onderlichaam voor zware lichamen zoals van wegen, spoorwegen, zware werktuigen. Zie verder bij ballastlaag (ballastbed).
Zo is bedding bijvoorbeeld ook de naam van de harde "plaat" waar bij een weergang het kanon op staat.


spoorrails op een nieuwe bedding; rechts onderin is de oude bedding te zien van deze spoorweg (foto dave habraken):


de bedding ondersteunt een "zwaar werktuig"; de bedding is aangeduid met letter e; a is het schietgat of embrasure; b is de zool; c is het banket en d is de weergang (afbeelding d'arch, wikipedia): 


2. De bedding is een vrij losse laag waarin een harder materiaal gelegd wordt, bijvoorbeeld tegels worden gelegd in een bedding van zand. 
(Wellicht werd om die reden de legzijde van een steen ook wel eens bedding genoemd?)


3. Ook: bed, rivierbedding. De bedding van een rivier is de geul waardoor de rivier stroomt, de bodem tussen de oevers. 
De bedding kan als zomerbedding en winterbedding bestaan, afhankelijk van de waterstand in dat seizoen. In Nederland zijn het meestal door de mens opgeworpen dijken die de verschillende beddingen bepalen. 
Rivieren schuren ook hun eigen bedding uit, vooral goed te zien bij bijvoorbeeld de Maas in Zuid-Limburg (verticale erosie, zie bij terrassen).

"Meanderende rivieren hebben een vaste bedding en stromen rustig en in wijde bochten (meanders) door het landschap. 
Vlechtende rivieren daarentegen, zijn stelsels van vele geultjes die steeds van bedding veranderen. De beddingen doorsnijden elkaar, met als gevolg dat er een geheel van kriskras doorelkaar lopende stroomgeulen, een zogenaamd 'vlechtend riviersysteem', ontstaat." (Geologie van Nederland


zomerbed en winterbed van een rivier (waterschap hunze en aa's):


rivierbedding met oeverwallen van zand en komgronden van klei:

Eng. bed, streambed


4. In de geologie is bedding ook een bodemlaag.


5. In het Vlaams betekent bedding (naast de betekenis van grondslag en losse laag) ook tracé, een baan van een tram, bus of trein. Vaak is hier sprake van een "eigen bedding": een eigen, vrije baan.
Vlaams Woordenboek: "deel van de openbare weg voor een speciaal type van vervoer, bv. fietsers, autobussen of trams".