De
Grieken bouwden theaters, dat wil zeggen halfronde open bouwwerken voor
uitvoeringen, met meestal
tegen een berg opgaande zitplaatsen. De Romeinen
bouwden naast theaters ook amfitheaters: ronde of ovale theaters
met rondom langzaam oplopende rijen zitplaatsen of
staanplaatsen. Bij de oplopende zitplaatsen werd meestal geen gebruik gemaakt van een natuurlijke
berghelling, zoals bij de Grieken.
Bij felle zonneschijn werd een velum over het theater werd
gespannen (een groot zonnescherm
of luifel, een soort
zeildoek).
Het centrale deel van het amfitheater was voor toneelstukken en ander vermaak.
Het Colosseum in Rome is het bekendse amfitheater.
amfitheater colosseum rome:
amfitheater arles
Amfi
is Grieks voor o.m. "beide zijden", denk aan het woord amfibie ("dubbel-levend",
zowel in het water als op het land). Theater is afkomstig van het Griekse woord théatron
(plaats voor schouwspelen) van théa (aanblik, schouwspel); bron Etymologiebank.