Ook,
soms: spreidmaat. De schudtafel is de tafel waarop de
kegel met de betonspecie staat. Om de schudmaat te bepalen wordt de
kegel getrokken en krijgt de tafel vijftien schokken (het tafelblad wordt 15
maal opgetrokken tot een standaardhoogte en losgelaten). De specie zal nu meer vloeien
dan bij de bepaling van de zetmaat. Nu wordt niet de inzakhoogte gemeten zoals bij de
zetmaat, maar de diameter van de uitgevloeide specie. Deze diameter is
de schudmaat.
De vloeimaat is eigenlijk
dezelfde maat, maar dan zonder het schudden van de tafel.
Voor de bepaling van de schudmaat wordt een kegel gebruikt met een maat van
130-200 mm (bovenzijde-onderzijde, gemeten aan de binnenkant van de kegel) en
een hoogte van 200 mm. (Dit is een andere kegel dan de kegel die de zetmaat
bepaalt.)
De codering is F1 t/m. F7 van Flow (vanwege vloeien van de specie); voor een vergelijking van coderingen
en meer gegevens zie consistentieklasse.
De beproevingsnormen voor betonspecie vermeldt de schudmaat in NEN-EN 12350-5.
schudmaat of eventueel vloeimaat (betonhuis): |
kegel om de schudmaat te bepalen (newa apparatuur voor materiaalonderzoek): |
schudtafel met onderstel (newa apparatuur voor materiaalonderzoek): |
Zie ook milieuklasse, trechtertijd,
verdichtingsmaat, vloeimaat, watercementfactor,
zelfverdichtend beton,
zetmaat.