omgevingsvergunning, omgevingswet

Het ministerie vermeldt over de omgevingsvergunning o.m:

"Wie wil bouwen of verbouwen of anderszins iets aan zijn omgeving wil veranderen heeft vaak een vergunning nodig. Bijvoorbeeld voor het bouwen of slopen van een woning, het kappen van een boom of het aanleggen van een inrit. U kunt veel van deze vergunningen in één keer, in één procedure aanvragen.

Aanvraagmogelijkheden
Met de omgevingsvergunning kunt u uw benodigde vergunningen in één keer aanvragen. Dat is praktisch. Maar u bent het niet verplicht. U mag ook voor alle activiteiten die u gaat uitvoeren, zoals bouwen, kappen en slopen, een aparte vergunning aanvragen. Het nadeel is dan wel dat u voor alle onderdelen apart een vergunningprocedure moet doorlopen. En dat belanghebbenden bij iedere vergunning bezwaar kunnen aantekenen. Ook kan het dan voorkomen dat u de ene vergunning wel krijgt en de andere niet. Zoveel mogelijk in één keer aanvragen bespaart dus tijd en geld.

Complexe projecten, waarbij bijvoorbeeld een milieuvergunning of een wijziging van het bestemmingsplan nodig is of waarbij een monument wordt verbouwd kennen hun eigen regels. Hierbij is het niet altijd mogelijk om voor losse activiteiten een vergunning aan te vragen, maar kan bijvoorbeeld weer wel in twee fasen worden aangevraagd. Als dit voor u van toepassing is, kan uw gemeente u hier meer over vertellen.

Bij de aanvraag van een omgevingsvergunning voor nieuwbouw behoren meestal de bouwbesluittoetsing en de MilieuPrestatie Gebouwen (MPG-berekening).

Termijnen
Eenvoudige aanvragen, zoals bouwen, kappen en slopen volgen een reguliere procedure. De beslistermijn is daarbij 8 weken, gerekend vanaf de ontvangstdatum van de aanvraag. Deze termijn kan eenmalig met 6 weken verlengd worden. Wanneer het de gemeente niet lukt om binnen deze termijn een beslissing te nemen, wordt de vergunning van rechtswege verleend. 
Complexere aanvragen zoals hierboven beschreven volgen een uitgebreide procedure. De beslistermijn is daarbij 26 weken. Ook deze termijn kan eenmalig met 6 weken verlengd worden. Bij deze procedure kan de vergunning echter niet van rechtswege worden verleend.

Stappen in het aanvraagproces
Bij het aanvragen van een omgevingsvergunning volgens de reguliere procedure worden in grote lijnen de volgende stappen doorlopen:
Stap 1 - U dient uw aanvraag in bij de gemeente. Dit kan op papier of digitaal. Als u digitaal wilt indienen gaat u naar de website van uw gemeente of rechtstreeks naar het Omgevingsloket.
Het is aan te bevelen eerst uw gemeentewebsite te bezoeken, omdat hier gemeentespecifieke informatie kan staan die voor u van toepassing is. 
In het Omgevingsloket kunt u een vergunningcheck doen. U voert dan uw locatie en werkzaamheden in. Vervolgens ziet u of u vergunningplichtig of meldingplichtig bent. Of geen van beide. Nadat u de check heeft doorlopen kunt u uw aanvraag doen. Dit kan op papier (door een formulier op maat uit te printen) of digitaal. Het systeem vertelt u welke gegevens u moet invullen en welke documenten u moet aanleveren (uploaden). Voor het digitaal aanvragen van een omgevingsvergunning of het doen van een melding heeft u een DigiD-account nodig.
In Omgevingsloket online kunt u ook aangeven of u gebruik wilt maken van vooroverleg met uw gemeente. Dit vooroverleg heeft geen formele status en gemeenten zijn niet verplicht deze vorm van overleg aan te bieden. Met name bij de meer complexe projecten kan het voor zowel gemeente als aanvrager wel lonend zijn.
Stap 2 – De gemeente stuurt een bericht van ontvangst en publiceert de aanvraag in een huis-aan-huisblad. Ook controleert de gemeente of de aanvraag compleet is. Als blijkt dat er nog stukken ontbreken, wordt u hierover geïnformeerd. De gemeente zal daarbij aangeven binnen welke termijn u de ontbrekende stukken alsnog kunt aanleveren.
Stap 3 - De gemeente beoordeelt uw aanvraag inhoudelijk en kijkt of uw aanvraag aan alle wettelijke eisen voldoet. Zo kan er onder meer gekeken worden naar regels uit het bestemmingsplan en de welstandsnota. Gaat u bouwen, dan wordt uw aanvraag ook getoetst aan de technische eisen uit het Bouwbesluit (brandveiligheid, ventilatie, etc.).
Stap 4 - De gemeente laat u binnen 8 weken weten of u wel of niet een omgevingsvergunning krijgt. De tijd die u nodig heeft om uw aanvraag compleet te maken (zie stap 2) wordt bij de beslistermijn van de gemeente opgeteld. Heeft u een ingewikkeld project, dan kan de gemeente de beslistermijn eenmalig met 6 weken verlengen. De gemeente publiceert de beschikking op uw vergunning in een huis-aan-huisblad. Belanghebbenden, bijvoorbeeld omwonenden, hebben dan nog maximaal 6 weken de tijd om bezwaar in te dienen. Daarna is uw vergunning definitief.

Vraag het uw gemeente
De omgevingsvergunning heeft ruim 25 vergunningen samengevoegd. Vaak volstaat voor uw project daarom deze ene vergunning. Van belang zijn ook aspecten als:
- Gaat het om een aanbouw dieper dan 4 m? (Dan mag alleen gebouwd worden als het bouwplan past binnen o.m. het bestemmingsplan, zie afbeelding; neem contact op met de gemeente.)  
- Gaat het om een aanbouw groter dan een bepaald percentage van uw "tuin"? Er is een bepaalde grens aan wat bijgebouwd mag worden, incl. al bestaande bijgebouwen en aanbouwen; hiervoor is het zogenoemde achtererfgebied van belang; wat bijgebouwd mag worden, is vaak kleiner dan u zou vermoeden. (Bij het nagaan of u een vergunning nodig heeft in het Omgevingsloket wordt u netjes door de materie van het achtererfgebied e.d. geleid.)
- Verbouwt u een beschermd monument?

Maar soms heeft u nog een vergunning nodig die niet meegaat in de omgevingsvergunning en die u daarom nog apart moet aanvragen. Bouwt u op of bij een dijk of waterloop? Dan heeft u toestemming nodig van het Waterschap.
Het is daarom verstandig over uw plannen contact op te nemen met uw gemeente.

Vergunningvrij bouwen
Met de Wabo wordt de categorie vergunningvrije bouwwerken groter. Mogelijk heeft u voor uw bouwplan geen vergunning nodig. Het ministerie heeft een aantal brochures gemaakt over veelvoorkomende bouwwerken, zoals dakkapellen, schotelantennes, erfafscheidingen en aanbouwen (zie verderop bij Documentatie). In deze brochures leest u wanneer dit soort bouwwerken vergunningvrij is en wanneer niet. De brochures vindt u ook bij uw gemeente.
Let op
Via het Omgevingsloket kunt u nagaan of uw verbouwing wel of niet vergunningplichtig is. Wanneer u geen vergunning hebt en de verbouwing was wel vergunningplichtig, dan riskeert u het volgende (met dank aan ConstructieShop):
- U krijgt boetes
- Er wordt een bouwstop opgelegd
- Het bouwwerk moet teruggebracht worden in de originele staat
- Grotere kans op schades
- U bent niet verzekerd
- De woning is minder goed verkoopbaar.

Historie: van veel naar één
Met de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) werden ruim 25 vergunningen, waaronder de bouwvergunning, vervangen door één omgevingsvergunning. Deze omgevingsvergunning vraagt u met één aanvraagformulier bij uw gemeente aan, digitaal of op papier. Als uw aanvraag wordt goedgekeurd, ontvangt u één omgevingsvergunning, met eenduidige eisen. Voor de vergunningen die u in één keer aanvraagt, is maar één keer bezwaar en beroep mogelijk. Ook is één controlerende instantie verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving. Met de Wabo wordt bovendien de categorie vergunningvrije bouwwerken groter."

Sonderingsonderzoek
"Bij een omgevingvergunningaanvraag voor een souterrain of kelder is het raadzaam en in veel van de gevallen zelfs verplicht om een sonderingsonderzoek te laten uitvoeren. Vooral bij bouwwerken met meer bouwlagen en bij gebruik van kolommen die de kracht van een bouwkundige constructie naar de bodem afvoeren, is het een verplicht onderdeel van de omgevingvergunningaanvraag. De gegevens van een sondering zijn vooral belangrijk voor de constructeur. Hij kan hiermee berekenen hoe lang, hoeveel en waar de heipalen en funderingselementen moeten komen.
Een sonderingsrapport van de buren kan in sommige gevallen ook gebruikt worden, maar dit hangt sterk af van waar het is opgenomen en van de gemeente."

Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (beide vanaf 1-1-2024)
Informatie van de overheid: "Met de Omgevingswet wordt bouwen in een technisch en ruimtelijk deel gescheiden. De technische regels gaan bijvoorbeeld over de constructie van een bouwwerk. De ruimtelijke regels gaan bijvoorbeeld over de bouwhoogte of waar een bouwwerk mag staan. Deze scheiding noemen we 'de knip'.
Dat levert voor bouwen 2 activiteiten op:
- technische bouwactiviteit: de regels voor deze activiteit staan vooral in het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl).
- omgevingsplanactiviteit: de regels voor deze activiteit staan vooral in het omgevingsplan van de gemeente."

De Omgevingswet bundelt en moderniseert de wetten e.d. die met "de bouw" te maken hebben: 26 wetten naar 1 wet, 60 algemene maatregelen van bestuur (amvb) naar 4 amvb's en 75 ministeriële regelingen naar 1 omgevingsregeling. Verder is er één digitaal loket waarmee hopelijk duidelijk is wanneer welke wet en regeling geldt.
Met de Omgevinsgwet is er een nieuw Bouwbesluit, het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bbl), en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) een belangrijk instrument in het bouwproces.
De Wkb regelt de controle op het voldoen aan die regels geldt in eerste instantie uitsluitend voor gebouwen van gevolgklasse 1, dus vooral standaard eengezinswoningen en eenvoudige industriegebouwen (1 of 2 bouwlagen). 
Met de Wkb is er een strenger bouwtoezicht (doel is betere kwaliteit van het gebouwde) en een betere regeling van de aansprakelijkheid (doel is versterken van de positie van de opdrachtgever):
- "Onafhankelijke kwaliteitscontroleurs controleren of een gebouw voldoet aan de wettelijke technische eisen. Dit doen zij tijdens het ontwerp en op de bouwplaats. Deze controleurs heten kwaliteitsborgers.
- De aannemer is verantwoordelijk voor de gevolgen van alle gebreken in de bouw die hij zelf veroorzaakt heeft. Als er gebreken zijn, dan kan de klant de aannemer dwingen om de fouten te repareren. Ook als de klant deze fouten pas later ontdekt.
- De aannemer moet de klant laten weten of en hoe hij zich heeft verzekerd tegen faillissement en risico's op schade en gebreken. 
- Klanten kunnen, net als in de huidige situatie, 5% van het bouwbedrag (aanneemsom) parkeren bij de notaris. Nu gaat dit bedrag automatisch naar de aannemer als het gebouw klaar is. Na invoering van de Wkb keert de notaris het geld aan de aannemer uit, wanneer de klant aangeeft dat alle gebreken zijn verholpen.
- Wanneer de kwaliteitsborger of de gemeente een probleem ziet, kan de gemeente de bouw stilleggen."

Kijk ook eens op Informatiepunt Leefomgeving - Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).

Documentatie
- De gehele brochure omgevingsvergunning voor de burger (incl. een voorbeeld)

- Site Milieuprestatie van de Milieudatabase (met o.m. Methode, Berekening, Rekeninstrumenten)

- Oude versie: Bepalingsmethode Milieuprestatie Gebouwen en GWW-werken, Berekeningswijze (concept, van Nationale Milieudatabase / Stichting Bouwkwaliteit)

- Stappenplan Bouwen onder de Omgevingswet en Kwaliteitsborging


Voor vragen over regelgeving: Helpdesk bouwregelgeving

Met dank aan het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en bnla architecten.

Eng. planning permission, planning consent, building permit (Am.), (soms) building approval


Historie, uit de tijd van de energieprestatiecoëfficiënt EPC:
EPG en MPG
"Een belangrijk aandachtspunt is dat maatregelen die gunstig zijn voor de EPG, ongunstig kunnen zijn voor de MPG en omgekeerd. Dikkere isolatie of zonnecellen verbeteren bijvoorbeeld de EPG, maar verslechteren de MPG. De milieubelasting van het produceren van een zonnecel is hoog en verhoogt daardoor de MPG. Omdat met een zonnecel elektriciteit wordt geproduceerd, wordt de EPG lager. Over de totale levensduur van een zonnecel, wordt genoeg energie opgewekt om de milieubelasting van de productie te compenseren."
Per 1-1-2018 is een MPG gesteld van maximaal 1 euro/m2 bruto vloeroppervlak (bvo). Dit houdt in dat een gebouw aan schaduwkosten maximaal 1,00 euro per m2 bvo per jaar mag hebben. Dat is blijkbaar goed te halen: woningen met een EPC van 0,4 hebben schaduwkosten van 0,4-0,6 euro/m2 bvo. Echter, bij een EPC van 0,4 en lager richting 0, loopt de MPG op naar 0,5-0,7; NOM-woningen komen zelfs uit op 0,5 tot 0,9, dus net haalbaar. Het lijkt allemaal onzin (en voor een deel is dat ook zo, zie verderop), maar met een milieutechnisch "slecht" materiaal een lage EPC halen, lijkt alleen milieutechnisch te verantwoorden bij een zeer lange levensduur van dat materiaal en meestal dus ook het gebouw. "Bij een LCA (Life Cycle Analyse) wordt berekend wat de milieueffecten zijn die worden veroorzaakt door een materiaal gedurende zijn hele leven. In totaal worden er elf milieueffecten meegerekend in Nederland. Bijvoorbeeld het broeikaseffect (global warming), de ozonlaagaantasting en de uitputting van grondstoffen." 
Kritische noot: Voor een deel zijn het discutabele milieueffecten (broeikaseffect en ozonlaagaantasting horen voor velen nog steeds tot het valse zure-regen-syndroom en kerk-aflaten). Als de MPG uitkomt boven 1,0 zijn er weer bedrijfjes die de materialen beoordelen en eventueel andere aanraden om toch maar op of onder die 1,0 te komen; zo verdient iedereen aan de voor een deel gefingeerde milieuproblematiek, behalve de klant.