![]() |
![]() |
![]() |
Naar documentatie
Om een uitspraak te kunnen doen over de kwaliteit van een fundering moet er eerst onderzoek gedaan worden.
Zo’n funderingsonderzoek ziet er als volgt uit:
- Archiefonderzoek : is er al eens eerder een funderingsonderzoek geweest en is de fundering al eens hersteld? Staat de woning op houten palen of op staal (=gemetselde fundering)?
Dus een historisch onderzoek funderingsgegevens.
- Visuele inspectie van de gevels (alleen aan de straatzijde). Zijn er scheuren en verzakkingen zichtbaar? Soms wordt een lintvoegmeting gedaan om verzakkingen te kunnen vaststellen.
- Funderingsinspectie: hoe is de kwaliteit van de palen? Aan de buitenkant van de woning worden inspectieputten gegraven. De soort fundering wordt vastgesteld. Ook wordt er gekeken naar de toestand van het metselwerk, zoals de hardheid van de stenen, is er scheurvorming of is het metselwerk vervormd.
Verder spelen een rol:
- Onderzoek naar grondwaterstanden.
- Lintvoegwaterpassing.
- Proefbelasting.
Een impressie van een inspectieput:
Details bij een houten paalfundering
Bij een houten paalfundering wordt met een speciaal apparaat, een zogenaamde
Pylodin slaghamer, in het hout geprikt om de hardheid te kunnen vaststellen. Ook
worden foto's van de fundering gemaakt.
pylodin slaghamer (fugro):
Daarna worden er monsters van het hout genomen die in een laboratorium worden
onderzocht. Er wordt naar de houtsoort gekeken en naar de mate van aantasting.
nemen van een houtmonster (fugro):
De uitslagen van dit onderzoek worden in een rapportage vastgelegd. De
fundering wordt daarna in een kwaliteitsklasse ingedeeld.
- Kklasse I: goed. Er is binnen 25 jaar nauwelijks scheurvorming of scheefstand
te verwachten. De fundering is voor langer dan 25 jaar geschikt.
- Klasse II: redelijk tot matig. Binnen 25 jaar is te verwachten dat er
zettingsverschillen ontstaan. Deze zullen geen echte schade veroorzaken. Het
advies is om de fundering niet extra te belasten (bv. door een extra
verdieping).
- Klasse III: slecht. Verwacht wordt dat binnen 25 jaar de
zettingsverschillen leiden tot schade aan het casco. Het advies is om de
fundering te herstellen.
- Zie verder bij funderingsproblemen
houten palen.
Risico
op slecht draagvermogen bij paalfundering
Het Kenniscentrum Aanpak Funderingsproblematiek
(KCAF) heeft veel gegevens over (paal)funderingen en de risico's daarvan.
Onderstaand een duidelijke afbeelding van de soorten paalfundering en het
risico op een te gering draagvermogen, zelfs zonder dat sprake is van paalrot
o.d.
Twee duidelijke situaties zijn een potentieel gevaar (aangegeven met een rode X
in de afbeelding):
- wanneer een fundering op staal niet reikt tot de draagkrachtige laag
- wanneer een fundering op kleef niet reikt tot de draagkrachtige laag.
risicovolle situaties bij de rode x-en (kcaf):
Andere funderingsmethoden kunnen uiteraard ook slecht zijn uitgepakt,
bijvoorbeeld wanneer de vaste laag niet voldoende draagkracht geeft (teveel klei
of veen in het pakket) of de diepte van de vaste laag teveel verschilt en
hiermee geen rekening is gehouden.
Opmerkingen:
- De meeste funderingsproblemen doen zich voor bij houten palen zonder
betonnen paalkop of met een te korte betonnen paalkop, vooral door aantasting
van de paalkop.
- Bij bouwen op staal is de situatie meestal snel te achterhalen.
- Bij paalfundering zijn we helaas zelden in staat op een eenvoudige, goedkope
manier na te gaan of de fundering voldoet. Vaak zijn het bekende problemen in de
omgeving van het pand die ook bij dit pand om nadere aandacht vraagt. Soms zijn
er andere problemen in de omgeving waardoor nadere aandacht vereist is: te lage
grondwaterstand (eventueel droogvallen paalkoppen), nieuwe riolering ligt te
laag (paalkoppen kunnen eventueel droog komen te staan), nieuwe riolering
aangelegd en oude hemelwaterafvoer-riolering lekte water (waardoor de paalkoppen
nat bleven en nu niet meer), langdurige bronbemaling in de buurt (paalkoppen
kunnen droogvallen).
- Zie Kenniscentrum Aanpak Funderingsproblematiek
(KCAF).
- Zie verder bij funderingsproblemen
houten palen.
Trillingsonderzoek en -metingen
Trillingsonderzoek
of akoestisch palenonderzoek ("hamertje tik") kan nodig zijn
om een aantal redenen:
- Opstellen van schade prognose als gevolg van trillingen door
bouwwerkzaamheden, verkeer of overige oorzaken.
- Advies om schade en/of hinder te voorkomen.
- Second opinion op reeds uitgevoerde onderzoeken.
Zie trillingsonderzoek.
![]() |
Trillingsmetingen
"Indien het funderen gepaard gaat met trillingen die mogelijk risico opleveren voor constructies in de omgeving, kan overgegaan worden tot het meten van trillingen. Er worden één of meer in drie richtingen metende sensoren bevestigd aan de constructie. De snelheden worden gemeten en in het geheugen van de apparatuur over een periode van dagen vastgelegd (zie foto). Indien nodig kan een drempelwaarde worden ingesteld, waarboven een waarschuwingssignaal wordt afgegeven."
![]() |
Proefbelasting
Proefbelastingen van heipalen kunnen nodig zijn bij zowel bestaande
als nieuwe palen wanneer er twijfel bestaat over het draagvermogen.
![]() |
- Het herkennen van eventuele funderingsproblemen bij koop of verkoop van een woning (van Rioned, koepelorganisatie voor de rioleringszorg)
- Geen houten palen, toch funderingsproblemen (van Platform Fundering)
Zie
ook funderingscategorie, trillingsonderzoek.
*) Met dank aan o.m. de gemeente
Haarlem, Walinco
en Kenniscentrum Aanpak Funderingsproblematiek
(KCAF).