driescharnierspant

Een driescharnierspant is een spantconstructie met twee voetscharnieren en één topscharnier, meestal in het midden van het dakvlak. De twee voetscharnieren zijn normaliter beide vaste scharnieren; het topscharnier is beweeglijk ("scharnierend"). De twee delen van het driescharnierspant zijn elk vormvast. Het driescharnierspant is door zijn constructie minder gevoelig voor bewegingen en temperatuurswisselingen.
Theoretisch kan het "topscharnier" zich ergens willekeurig bevinden tussen de twee steunpuntscharnieren. Voor het topscharnier wordt vaak het midden gekozen, omdat in dit geval het driescharnierspant in twee delen vervoerd kan worden ("gesplitst" bij het topscharnier). Uit architectonische overwegingen kan juist een asymmetrisch topscharnier interessant zijn.

Vaak worden bij een driescharnierspant met een horizontaal dakvlak de stijlen geschoord om een stijver en stabieler constructie te verkrijgen: de overspanning van het dakvlak wordt door de schoren statisch verkleind. We spreken in dit geval van een geschoord driescharnierspant.

Wanneer in de stijlen een knik aanwezig is, spreken we soms over een driescharnierkniespant (kniespant). Omdat het schuine dak ideaal is voor een gemakkelijke afvoer van hemelwater en omdat de losse spantbenen gemakkelijker vervoerd kunnen worden dan die met een rechte hoek, komt dit type driescharnierspant vrij vaak voor. 

Ook met gelamineerd hout kan een driescharnierspant gemakkelijk worden geassembleerd van in de fabriek vervaardigde delen. Bij een knie met een rechtlijnige hoek wordt met vingerlassen de delen aan elkaar verbonden. Bij een knie met gebogen hoek is het spantbeen één geheel van gelamineerd hout.
Het gelamineerde driescharnierspant met volle doorsnedelas heeft het voordeel dat er in de knieën minder ruimteverlies is t.o.v. de gebogen gelamineerde spant; een ander voordeel van het spant met volle doorsnedelas is dat desnoods op de bouwplaats de stijve verbinding in de knie gemaakt kan worden (dit komt bijvoorbeeld voor bij zeer grote spanten i.v.m. het vervoer).

Driescharnierspanten worden meestal uitgevoerd in metaal of (gelamineerd) hout, soms van een vakwerk van metaal of hout.

Wanneer de scharnier in het midden ontbreekt, ontstaat een portaal (een tweescharnierspant), en kan één van twee voetscharnieren een rolscharnier zijn om de bewegingen op te kunnen vangen.


een aantal driescharnierspanten;
klik voor groter (heko spanten):


principes van het eenvoudigst denkbare driescharnierspant, zonder verticale stijlen; er zijn zes vergelijkingen met zes onbekenden, dus is het geheel statisch bepaald (boek sterkteleer van e.o.e. van rotterdam):


voorbeeldopgave en -uitwerking van een driescharnierspant met een asymmetrisch topscharnier;
klik voor groter (boek sterkteleer van e.o.e. van rotterdam):



driescharnierspant in de bekende zadeldakvorm (boek sterkteleer van e.o.e. van rotterdam):


een geschoorde driescharnierspant (boek sterkteleer van e.o.e. van rotterdam):


een gelamineerd houten driescharnierspant bestaande uit twee vormvaste delen met gebogen hoek (boek sterkteleer van e.o.e. van rotterdam):


driescharnierspant van metalen vakwerk (boek constructie van gebouwen van j.g. wattjes):


een geheel gebogen driescharnierspant, zie ook de volgende afbeelding:


een voorbeeld van een driescharnierspant in boogvorm, zie de vorige afbeelding voor het principe (foto mark yashinsky):


driescharnierspant van gelamineerd hout, met volle doorsnedelas (heko spanten):


vervoer van de benen van een driescharnierspant (heko spanten):


voorbeeld van een deel van een gelamineerd driescharnierspant:


portaalachtige spanten: portaal (portaalspant), driescharnierspant, tweescharnierspant, boogspant (draagconstructies basis):


Zie ook scharnieroplegging.
Verg. scharnierkap.

Eng. three-hinged frame, three-pinned frame; (geheel gebogen) three-hinged arch