De
zeefkromme (het zeefdiagram) geeft in een grafiek de verdeling van de
verschillende korrelafmetingen van
een monster van een materiaal, in de bouwtechniek vaak zand
of grind. De hoeveelheden van de
verschillende korrelafmetingen worden zeeffracties
genoemd. De zeefkromme, en in ruimere zin de zeefanalyse, geeft ons informatie
over de korrel(grootte)verdeling van
het monster.
Aan de hand van de zeefkromme worden o.m. bepaald:
- bepaling van de verhouding tussen fijn en grof zand (of grind), van
groot belang bij het samenstellen van een betonmengsel;
de zeefkromme van een betonmengsel moet corresponderen met de ideale zeefkromme
van een bepaald betonmengsel; er zijn verschillende ideale zeefkrommen, van o.a.
Fuller, Labo Zürich, Bolomey en een speciale
begrenzing voor pompbeton
- bepaling van de grondsoort op basis van klei-leem-zand-driehoek.
De zeefkromme is het resultaat van metingen die verricht worden met een aantal
zeven (zie bij zeeffractie). Grofweg
is de werkwijze als volgt:
- het grondmonster wordt gedroogd zodat er geen aanhangend water is
- de totale droge massa van het monster wordt gewogen, m(totaal)
- voor elke zeeffractie: het materiaal dat op de zeef blijft liggen, wordt
gewogen, m(zeef 1-n)
- voor elke zeeffractie: de massa van de zeeffractie wordt gedeeld door de
totale droge massa van het monster, en met 100 vermenigvuldigd om het
massa-percentage te verkrijgen
- voor elke zeeffractie: het percentage wordt, opgeteld bij het percentage van
de voorgaande fracties, in het diagram genoteerd (het laatste percentage zal 100
zijn)
- een lijn verbindt de toppen van de gecumuleerde percentages.
In het laboratorium kunnen diverse extra activiteiten plaatsvinden, zoals het
verwijderen van het carbonaat en organische stof (het grondmonster wordt resp.
gekookt in zoutzuur en gespoeld in peroxide, waarna het gedroogd wordt). Voor fracties
kleiner dan 63 µm zijn zeven niet zo geschikt; daarom wordt voor deze
fracties vaak een andere meetmethode gehanteerd: met de sedigraaf vindt de
korrelverdeling plaats met behulp van röntgenstraling.
De term discontinue korrelverdeling wordt gebruikt als van het
toeslagmateriaal één of meer fracties ontbreken. De zeefkromme van zo'n
monster wordt een discontinue zeefkromme genoemd.
Een theoretisch voorbeeld van de korrelgrootteverdeling van een grondmonster zand, beginnend
met de grootste korrelafmeting omdat die op de hoogste zeef te vinden is. De
totale droge massa is 1000 gram; het voorbeeld van de zeefkromme in de diagram
hieronder is als uitgangspunt genomen:
zeef-
opening
(in µm)
zeefrest
(in gram)
zeefrest in % van totale
massa
(per zeef)
zeefrest in %
(gecumul.)
2000 µm
(2 mm)
0
0
100
1000 µm
(1 mm)
20
2
100
500 µm
140
14
98
250 µm
600
60
85
125 µm
140
14
25
63 µm
10
1
9
50 µm
10
1
8
32 µm
20
2
7
16 µm
20
2
5
2 µm
30
3
3
De zeefkromme toont op de x-as de verschillende korrelafmetingen, die
corresponderen met de toegepaste zeven en op de y-as het cumulatieve
massa-percentage van de gevonden massa's, beginnend bij de kleinste
korrelafmeting. (In grafieken zie je ook de y-as wel eens lopen van 100 naar 0%
om de volgorde van de zeven, van boven naar beneden van groot naar klein, te
behouden.)
een voorbeeld van een zeefkromme; klik voor groter!:
discontinue korrelverdeling (één of meer fracties ontbreken; mroos, hogeschool
rotterdam):
voorbeeld van een zeefkromme van drie monsters van een asfaltmengsel; klik
voor groter (eur-lex):
de zeefkrommen van filterzand, fijn grind en grof grind dienen binnen de
aangegeven gebieden te liggen; klik
voor groter (officiële
bekendmakingen):
zeefkromme met korrelverdeling en vermelding silt,
zand, grind;
klik op de afbeelding voor groter; klik
voor groter: