De
waterbehoefte van betonspecie is
afhankelijk van:
- de gewenste consistentie
(aardvochtig, plastisch e.d.)
- de grootste zeefmaat (de grootste korrelgrootte
in het betonmengsel)
- het ontwerpgebied - de temperatuur van de specie
- de extra hoeveelheid fijn materiaal (vulstoffen
als silica fume e.d.).
Voor de consistenties aardvochtig, half-plastisch en plastisch zijn voor de
grootste zeefmaten 8 t/m 31,5 bij een betonspecie met zand en grind met een
"normaal" fijngehalte richtwaarden gegeven. Voor hogere consistenties
dan plastisch zijn geen richtwaarden gegeven. Een hogere consistentie
(bijvoorbeeld vloeibaar) wordt bij voorkeur verkregen door het toepassen van een
(super)plastificeerder.
richtwaarden voor de effectieve waterbehoefte van betonspecie in liter/m3;
klik voor groter (betonpocket 2010):
In de tabel is sprake van effectieve waterbehoefte omdat bijvoorbeeld vulstoffen
(fijn materiaal) voor extra waterbehoefte zorgen, die dus niet in de tabel meegenomen is.
"Gebruik van een luchtbelvormer
verlaagt de waterbehoefte."
"De specietemperatuur heeft veel invloed op de waterbehoefte, zodanig dat in de zomer door het toevoegen van water om de verwerkbaarheid op peil
te houden, een onvoorziene teruggang in de druksterkte kan ontstaan. Hieronder staan resultaten van experimenteel onderzoek, uitgevoerd door
MEBIN en ENCI Heidelberg Cement aan betonspecie met CEM I 32,5 R en CEM III/B 42,5 N met zand en grind als toeslagmateriaal."
relatie waterbehoefte en specietemperatuur voor zetmaat 100 mm;
klik voor groter
(betonpocket 2010):