"Voor de spouwmuur
zijn intrede deed, werden muren enkel of anderhalf steens gemetseld. Hierop aangebracht behang weekte door condensvorming al snel los. Daarom maakte men gebruik van
wandbespanning."
Wandbespanning is, vooral bij om ongespouwde muren, de gehele constructie
van latten (betengeling) en linnen of
jute, grondpapier en uiteindelijk behang, textiel of zelfs leer. Het jute of linnen wordt een aantal
centimeters vóór een
muur aangebracht om een luchtspouw te vormen en als eerste drager voor
de afwerking; klassiek is de eerste drager een linnen weefsel. Deze eerste
drager wordt strak gezet op het houten frame (de betengeling) en dan vastgezet
met spijkertjes. Het grondpapier geeft de bespanning stevigheid waarmee een drager
ontstaat voor de toplaag. Het grondpapier bestaat uit velletjes zacht papier en
eventueel een tweede laag hard papier in banen. Hierop komt het behang of stof;
bij stof wordt eerst nog een laag molton of synthetisch materiaal aangebracht
voor het verdikkende effect.
Doel
van wandbespanning is:
- vermijden van vochtdoorslag door de muur (vocht en
schimmelvorming aan de achterzijde van schilderijen en wandkleden werd
vermeden)
- afschermen van de onregelmatige bakstenen (achterwerkers)
- scheppen rijkere uitstraling (fraai ogende wanden door bijvoorbeeld
decoratieve wandbespanning)
- warmte-isolatie
- verbeteren van de akoestiek.
Rijke huizen
Bij "rijkere" huizen werd als ondergrond linnen toegepast (geen jute), fraaie
wandbekleding van bijvoorbeeld damastzijden of luxueus behang en werden vaak ook binnenmuren van
wandbespanning voorzien. Soms werd de wandbekleding in
situ met voorstellingen beschilderd. Een enkele keer werd molton of
(kunststof) fibervoering
toegepast
om een verdikkend effect te creëren. De randen van de wandbekleding werd soms
als afwerking voorzien van een koord. Om beschadiging aan de onderzijde te
voorkomen werd de wandbespanning vaak boven een lambisering
aangebracht en niet over de gehele hoogte van de muur. Men hield in vroeger
tijden van vrij donkere kamers waardoor het zonlicht minder kans kreeg de
wandbekleding te verkleuren. Toch, naarmate er meer papieren behang verkrijgbaar
was, werden de wandbespanningen regelmatig met papier afgewerkt, vaak wel rijk
gedecoreerd.
Eenvoudige huizen
Bij krappe ruimten kon wandbespanning wel eens kwetsbaar zijn
omdat de rugleuningen van de stoelen door het behang en de
linnen- of jutebespanning beschadigden. Om dat te vermijden werd wel
eens een stoelplank aangebracht. Als
grondlaag werd ook wel krantenpapier toegepast.
Voor het ophangen van schilderijen e.d. aan de wandbespanning bestonden speciale
haakjes.
Kale muren, herwaardering behangsels en wandbespanning
Spouwmuren hebben ertoe bijgedragen dat betengelen en behangsel op
bespanning bij nieuwe woningen niet meer nodig is en ook niet meer voorkomt. Verder
zijn goedkopere, vrij kale gestucte wanden
al langere tijd in de mode waardoor vanuit de interieurarchitectuur de wandbespanning de
aandacht verloren leek te hebben. Door de herwaardering van behangsels, vaak
weelderig gedecoreerd, is er ook weer meer aandacht voor de wandbespanning.
Wandbespanning komt
nu nog steeds voor bij monumentenpanden en men begint weer het nut en de
elegantie te waarderen. Een hedendaagse vorm van wandbespanning, in de vorm
van decoratieve geluidswanden, is van o.m. Incatro: ook hier geldt dat naast het akoestische motief het esthetische een
duidelijke rol speelt.