Ook:
aandachtswijk, Vogelaarwijk, later krachtwijk genoemd.
Prachtwijk en de andere eufemismen zijn politieke benamingen voor één van de achterbuurten waar
(extra) veel geld van overheid en woningcorporaties besteed wordt aan het
opknappen van de wijk en geprobeerd wordt de ongeïnteresseerde of
defaitistische of vandalistische mentaliteit van een deel van de
bewoners te veranderen.
De
term is waarschijnlijk door het ministerie van Wonen, Wijken en Integratie
verzonnen: minister Ella Vogelaar heeft in 2007 deze term
voor het eerst gebruikt voor een 40-tal wijken in Nederland die
werkelijk een opknapbeurt nodig hebben. Vogelaar was programmaminister voor integratie en inburgering, coördinatie integratie minderheden, antidiscriminatie,
grotestedenbeleid, wonen, huisvesting, huurbeleid en huurtoeslag, buurtbudgetten, bestrijden van lokale overlast en bevorderen buurtgerichte veiligheid.
Vanuit een aantal van deze gebieden is het doel "prachtwijken" ontstaan.
Volgens andere bronnen zijn er echter wel 300 wijken die dit predicaat
zouden mogen hebben.
Later is, waarschijnlijk door het tegenstrijdige karakter van de term
prachtwijk, de naam van dergelijke wijken veranderd in krachtwijk. Met woorden
kunnen velen goed omgaan, nu nog de daden.
Per jaar is 250 miljoen euro extra in de prachtwijken gestoken.
Het lijkt er op dat in 2019 met het oprichten van
het Wijkbedrijf toch een kentering is gekomen: voor, door en van wijkbewoners (zie Situatie
2019).
Situatie
eind 2009
Ook
"Europa" steekt hier, zoals zo vaak, weer een stok in het wiel: zijn
de overheidsbijdragen al of niet rechtmatig? Dat moet natuurlijk weer
onderzocht worden en tot die tijd, dat kan heel lang duren, kan er
vrijwel niets ondernomen worden (afgezien van die vele duurbetaalde maar
nutteloze baantjes die bij dit soort steekspellen worden geschapen).
Woningcorporaties geven aan geen (extra) geld te kunnen steken in de
prachtwijken omdat zij in de problemen komen als Europa daar toch geen subsidies
voor verstrekt. Overigens, de economische crisis zorgt ervoor dat gemeenten en
woningcorporaties toch nauwelijks meer geld uitgeven voor woningbouw of
wijkverbetering.
Situatie 2010
Je hoort niets meer over prachtwijken en andere eufemismen. Het geld is
waarschijnlijk op en wat is er gedaan?
Situatie 2011
Een vergelijkbaar probleem vormt de zogenoemde gemengde woonwijk, waarbij de
onderklasse zich moet kunnen optrekken aan de welvarender buurtgenoten. Helaas,
dat gebeurt niet. In de praktijk leven de bewoners langs elkaar. De welvarender
bewoners houden hun eigen netwerk en gaan niet om met de anderen (die willen dat
zelf waarschijnlijk ook helemaal niet).
De mengprofeten geven als voorbeeld een wijk waar een laag gemiddeld inkomen is
en er toch geen problemen zijn. Het bleek echter dat daar veel studenten en
starters woonden; twee allesbehalve kansarme groepen. (Bron "Gemengde
woonwijk, een lief ideaal maar het werkt niet", interview met emeritus
hoogleraar sociale geografie Rob van Engelsdorp Gastelaars in Cobouw
13 oktober 2011.)
Door het kabinet Rutte I wordt in 2011 de specifieke wijkaanpak voor de veertig
Vogelaarwijken stopgezet. Opgezette projecten worden wel afgemaakt.
Situatie begin 2013
Het lijkt een bijna algehele stilstand op woninggebied, ook in de sector van
goedkopere huurwoningen. Er wordt weinig bijgebouwd, maar wel wordt er aardig gerenoveerd.
Woningcorporaties hebben het moeilijk:
- door de extra belastingen die zij moeten betalen, waaronder de Vogelaarheffing
- doordat zij, op termijn, de duurdere sector moet afstoten (Europese wetgeving)
- doordat zij minder huizen kunnen verkopen in verband met de crisis op de
huizenmarkt, en dan nog voor een veel lagere koopsom dan gedacht werd
- door het verslechteren van het imago van de woningcorporaties naar aanleiding
van de dubieuze aanschaf van dure schepen e.d., beleggingen die veel minder
waard zijn en de geldgraaimentaliteit van de directies.
Situatie juli 2013
Uit een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) wordt duidelijk
dat de ruim 1 miljard euro die in die wijken is gestoken geen positieve
effecten heeft gehad (vergeleken met andere probleemwijken die geen extra
financiële steun kregen): "Het krachtwijkenbeleid had geen onderscheidend
gunstig effect op sociale stijging, leefbaarheid en veiligheid in de
aandachtswijken."
Hoe kon het gebeuren dat er zoveel geld is besteed aan iets dat zo weinig
opleverde?
- Veel gemeenten waren eigenlijk niet zo gelukkig met de benoeming van de
Vogelaarwijken op hun grondgebied, omdat die kwalificatie een stempel drukte op
die wijken. Natuurlijk wist iedereen die wijken te benoemen, maar toen het zwart
op wit stond, schrok men toch. De bekendheid als Vogelaarwijk kan een negatieve
invloed hebben gehad op de komst van middeninkomens naar die wijken; men had
gehoopt dat die middeninkomens de wijk uit het dal zouden trekken.
- De economische crisis heeft de inkomens van de bevolking aangetast waardoor de
negatieve spiraal moeilijk te doorbreken is.
- Waarschijnlijk is er, hoe wonderlijk, teveel energie en geld gaan zitten in
beleid en inefficiënt overleg.
- De zogenoemde leefbaarheidprojecten berusten alle op "politiek correcte
aannames". Uit de studie "Schoon, Heel en Werkzaam" van socioloog
Vasco Lub blijkt dat de leefbaarheidsprojecten niet of nauwelijks werken. De
bewoners die interesse hebben voor die projecten, zijn zelden de bewoners
waardoor de problemen ontstaan.
- Er zijn zelfs mensen die vermoeden dat vier jaar te kort, en dus ruim 1
miljard euro te weinig, was om een positief resultaat te behalen...
Toch zijn sommigen van mening dat een aantal probleemwijken, ook wel uit de
groep Vogelaarwijken, beter leefbaar zijn geworden. Het is niet bekend of dat
wensdenken of werkelijkheid is. In ieder geval zijn er veel nieuwe sociale
woningen gebouwd die de wijk een wat aangenamer uitstraling kunnen geven. Het
belangrijkste is natuurlijk de mentaliteit. De sfeer in de wijk wordt er niet
veel beter op als je een nieuwe woning hebt en er zijn mensen die de vuilniszak
van drie hoog naar beneden blijven gooien, of als er veel dronken en verslaafden
in de wijk zijn en daarmee de criminaliteit hoog is, of als er veel, vaak
werkloze jongeren zijn die de wijk terroriseren. Vermoedelijk had dat miljard euro beter naar de werkelijke bestrijding van
criminaliteit in die wijken kunnen gaan (extra politie met een zero-tolerance-beleid
en gevangenissen) dan naar de mislukte, uit naïef wensdenken ontstane leefbaarheidsprojecten.
Situatie 2019: Het kan dus toch.
Met de Wijkmotor en het Wijkbedrijf. Architect Reimar von Meding van KAW
Architecten legt in Bouwwereld
2020-01 uit dat het Wijkbedrijf Selwerd in Groningen-Noord, voor en door
bewoners, wel degelijk een verbetering van de bewoners in de wijk betekent met o.m.
(zie de afbeelding onder voor meer projecten en bedrijfjes):
- een eigen klusdienst, met bewoners in loondienst (inkomsten uit werk voor
corporaties en particulieren)
- lokaal taxibedrijfje
- nul-op-de-meter-renovatie van een flatgebouw (begane grond geen bergingen maar
bedrijfsruimte met o.m. buurtrestaurant)
- buurtrestaurant met betaalbaar eten wordt gerund door koks uit de wijk zelf
- fietsbedrijfje wordt gerund door lokale enthousiastelingen (betaalbare
reparaties en vernieuwen van fietsen)
- eigen radiozender
- kinderopvang
- tegelservice en bomenspiegelservice.
Het wijkbedrijf is van, voor en met de bewoners georganiseerd, voorziet
in werkelijke behoeften én is economisch haalbaar. Dit soort
initiatieven kan alleen een succes worden wanneer de gemeente meewerkt en de bewoners enthousiast
gemaakt kunnen worden; dat is in een paar jaar tijd al een aantal keren gelukt. En
dan zijn het geen showprojecten zoals in steden als Rotterdam en
Amsterdam, maar projecten waar iedereen met élan aan meewerkt.
Een paar statements van KAW Architecten over het Wijkbedrijf Selwerd, maar
veelzeggend:
- In de praktijk is het Wijkbedrijf een Stichting met actieve bewoners die uiteenlopende activiteiten voor Selwerd en voor zichzelf opzetten.
- De wijk is belangrijk, maar het individuele belang van de actieve bewoner staat voorop.
Dit kan in de vorm van ontwikkeling (opleiding), (bij)verdienen of omdat je het leuk en gezellig vindt om andere bewoners te ontmoeten en aan de slag te zijn. - We ontwikkelen met Wijkbedrijf Selwerd een plek en werkwijze om bewoners duurzaam aan te zetten tot ondernemen. En dat binnen hun eigen mogelijkheden.
- Dit waren zeker niet de initiatieven die de gemeente vooraf had bedacht voor de wijk, en dit hoeven ook niet de initiatieven te zijn die er over 5 jaar nog zijn. - Belangrijk is dat er een constante basisorganisatie is die ondernemen mogelijk maakt.