home  

© / contact, lid NVJ

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z  
 


NAP

 

NAP

Normaal Amsterdams Peil. Het NAP geeft de hoogte aan ten opzichte van het referentiepunt. Dit referentiepunt is een vaste waarde, die geldt voor geheel Nederland en wordt aangegeven door officiële hoogtemerken. Het NAP is de hoogte ten opzichte van dat unieke en vaste referentiepunt.

Oorspronkelijk was het NAP-niveau het gemiddelde zeeniveau (bij Nederland). Later werd het de gemiddelde hoogte van het water in het IJ bij Amsterdam. Nog later is het dus gerelateerd aan het vaste referentiepunt. Tegenwoordig worden hoogtemetingen vaak verricht m.b.v. GPS. Rijkswaterstaat (RWS) heeft wettelijk de taak om het NAP te koppelen aan een European Vertical Reference System (EVRS).

West-Nederland ligt grotendeels onder NAP; de foto links uit Rotterdam Hillegersberg geeft dit aan: het winterpeil is 6,70 onder NAP. (Dit is overigens niet het laagste punt van Nederland en bedenk dat dit de hoogte van de
grondwaterstand is, niet die van het maaiveld. Klik op de linkerfoto voor de omgeving en de NAP-stand in het Actueel Hoogtebestand Nederland.)

   
peilschaal rotterdam,
ca. min 6,5 m

peilschaal
hoorn,
ca. min 0,6 m


Welke NAP-hoogte heeft een bepaalde locatie?
De huidige NAP-hoogte wordt o.m. getoond door de Hoogtekaart: bepaal de hoogte in m NAP per postcode (AHN): de hoogte in NAP wordt getoond (let op: de hoogten van objecten worden nogal onhandig weergegeven). (Eventueel andere soorten kaarten van Nederland.)

Peilmerk
Het NAP (NAP-referentiepunt) is door een bout, een merkteken (peilmerk), vastgelegd maar beweegt toch ten opzichte van het middelpunt van de aarde. De vaste zandlaag in de ondergrond, waarmee dit merkteken verbonden is, beweegt door bijvoorbeeld breukbewegingen in de aardkorst, afzetting van sedimenten en veranderingen na de laatste ijstijd.
"Om overal in Nederland de hoogte ten opzichte van het NAP te kunnen bepalen, zijn er door het hele land ongeveer 35.000 peilmerken aangebracht. Deze NAP-peilmerken hebben een hoogte ten opzichte van het NAP en zijn verankerd in onder meer woonhuizen, bruggen en viaducten. Zo kunnen we gemakkelijk de waterstand bepalen of de hoogte van een bouwwerk. Vrijwel overal in Nederland is binnen de afstand van 1 km een peilmerk te vinden." (Rijkswaterstaat)



Bodemdaling, absolute en relatieve zeespiegelstijging
Het NAP-referentievlak daalt over een strook langs de kust en in Noord-Holland met een snelheid van twee à vijf centimeter per eeuw, terwijl het in Oost- en Zuid-Nederland stijgt met vijf à tien centimeter per eeuw. De zeespiegel stijgt dus getalsmatig alleen al door dit effect. In berekeningen van relatieve zeespiegelstijging moet daarom de absolute daling van de kust worden meegenomen. (Ger de Lange, Nederlands Instituut voor Toegepaste Geowetenschappen TNO, Delft.)
De absolute zeespiegelstijging op een bepaalde locatie op aarde is de toename van de hoogte van het zeeniveau (gemeten op een bepaalde datum in het verleden en in het heden).
De relatieve zeespiegelstijging op een bepaalde locatie op aarde is de som van absolute zeespiegelstijging en de lokale bodembeweging. In Groningen is bijvoorbeeld de bodem door de aardgaswinning gedaald, dus de relatieve zeespiegelstijging is daar die lokale bodemdaling plus de toename van de hoogte van het zeeniveau (absolute zeespiegelstijging). 
Let op: voor zowel de oorspronkelijke bodemdaling als de zeespiegelstijging moeten wel (vrijwel) dezelfde datums van "vorig" en "huidig" worden genomen, bijvoorbeeld zowel de bodemdaling als de zeespiegelstijging van 1 jan 1950 tot 1 jan 2005!
In 2005 is er een correctie geweest van het 0 punt van NAP vanwege stijging van het gemiddelde zeeniveau.
Kritische noot
- Vooralsnog is de bodemdaling (relatieve zeespiegelstijging) van West-Nederland veel groter dan de werkelijke zeespiegelstijging...
- In veel andere gebieden op aarde is de bodemdaling door onttrekken van grondwater veel groter dan de werkelijke zeespiegelstijging. "Bijvoorbeeld bij Jakarta is deze relatieve zeespiegelstijging in de orde van 7 cm per jaar." (Wikipedia)

Meetpunten (kernnetbouten)
Een ander type meetpunt is meetspijker of meetnagel die onderdeel uitmaakt van het zogenoemde kernnet. Het kernnet wordt gebruikt voor landmeting. Deze meetspijkers zijn meestal van rvs of messing en worden in het asfalt of in de voeg tussen trottoirtegels geslagen. "MEETPUNT" is de tekst die in Nederland vaak op zo'n "spijker" staat. 
Voor de aanleg van wegen e.d. worden meestal nieuwe meetpunten geslagen, met duidelijke getallen en in een opvallende, felle kleur.



Synoniemen
Voor NAP zijn een aantal schrijfwijzen / "benamingen":
NAP, nap, mNAP, N.A.P., n.a.p., m.NAP, EPSG:5709.

Notaties en nauwkeurigheid van NAP meterstand
Er zijn verschillende manieren om de hoogte t.o.v. NAP aan te geven. Er wordt wel altijd van "meter" uitgegaan. 
De nauwkeurigheid is vrijwel altijd gegeven in cm's, bijvoorbeeld -0,66 m NAP of +166,90 m NAP.  
Er zijn verschillende notatiewijzen (de eerste lijkt de meest gebruikelijke):

   
onder NAP boven NAP
-0,66 m NAP +0,66 m NAP
NAP -0,66 m NAP +0,66 m
-0,66 m t.o.v. NAP +0,66 m t.o.v. NAP
0,66 m beneden NAP 0,66 m boven NAP
0,66 m onder NAP 0,66 m boven NAP


Andere oude en buitenlandse hoogtemetingen vergelijkbaar met NAP
Andere hoogtemetingen t.o.v. NAP (hier wel eventueel in mm's nauwkeurig; het oude Amsterdams Peil, AP, is niet vermeld omdat dat verwarrend kan werken met de term NAP):

       
afk benaming hoger of lager dan NAP nul-waarde
DP Delflands Peil (boezempeil) lager -0,447 NAP
FZP Fries Zomer Peil lager -0,66 m NAP
NN  Duitse Normal Null ongeveer NAP ongeveer NAP
OP Oostends Peil zie bij TAW zie bij TAW
RP Rotte Peil lager -0,649 m NAP *) 
TAW Belgische Tweede Algemene Waterpassing lager -2,33 m NAP **)
WP Winschoter Peil hoger +0,62 NAP


ligging ten opzichte van nap, hoogtekaart van de oude ahn-4;
klik voor groter (actueel hoogtebestand nederland ahn):


een voorbeeld van een stuwtje met water net onder nap (-40 cm) en op de volgende afbeelding (vrijwel) diezelfde locatie in het de
duidelijke oude versie van het actueel hoogtebestand ahn: 


relatieve zeespiegelstijging is de som van bodemdaling en absolute zeespiegelstijging (knmi):


Documentatie
- Bezoekerscentrum en lesmateriaal van de Stichting Normaal Amsterdam Peil
- De geschiedenis van het NAP van F.J.P.M. Kwaad
- Bepaal de hoogte in m NAP per postcode (AHN): de hoogte in NAP wordt getoond; let op: de hoogten van objecten worden nogal onhandig weergegeven.

Afbeeldingen o.m. F.J.P.M. Kwaad, Nederlandse Samenwerking Geodetische Infrastructuur (NSGI) ***).

Verg. kadaster (voor andersoortige gegevens).

Eng. Amsterdam Ordnance Datum (reference level in the Netherlands); NAP-bout is NAP bolt; NAP-net is NAP grid

*) Met dank aan Rob Kardol Gemeente Rotterdam Duik in je fundering.
In 1924 is het cijfer 0,603 gewijzigd in 0,649.

   


**)
Met dank aan Informatiehuis Water.
Informatie Tweede Algemene Waterpassing TAW (Belgisch Nationaal Geografisch Instituut NGI):
De Tweede Algemene Waterpassing (TAW), die van 1947 tot 1968 werd uitgevoerd, omvat zowat 17.000 merktekens die over het hele land verspreid zijn. De re-iteratie van dat net werd van 1981 tot 2000 uitgevoerd. Tussen 2005 en 2017 werden delen van dit netwerk voor de derde keer gemeten. Telkens werd de techniek van optische waterpassing toegepast. Een algemene herberekening van alle waterpassingsmerktekens werd in 2018 uitgevoerd. De resultaten hiervan zijn beschikbaar via de geodetische documentatie GDOC.
Referentievlak van de TAW: Als nulpunt hebben we een "Fundamenteel Punt" gekozen, namelijk het punt GIKMN gelegen in de Koninklijke Sterrenwacht van België te Ukkel. Dat punt maakte reeds deel uit van de Nauwkeurigheidswaterpassing (NW), uitgevoerd op het einde van de 19e eeuw. Vanaf het midden van vorige eeuw werd de hoogte ervan (100,174 meter), als vaste waarde gebruikt voor alle berekeningen van het waterpassingsnetwerk. Deze hoogtewaarde werd afgeleid uit de gemiddelde laagwaterstanden te Oostende (hoogte 0 m), gemeten in de periode 1834–1853.


***) "De Nederlandse Samenwerking Geodetische Infrastructuur (NSGI) is een samenwerkingsverband tussen drie (semi-)overheidsorganisaties: 
Kadaster (KAD), Rijkswaterstaat (RWS) en de Dienst der Hydrografie (HYD) van de Koninklijke Marine. Deze drie organisaties hebben alle een wettelijke en actieve rol in het tot stand komen, onderhouden en publiceren van elementen van de geodetische infrastructuur. 
Onder geodetische infrastructuur wordt verstaan: 
- De referentiesystemen voor ligging, hoogte en zwaartekracht
- De realisatie van het referentiesysteem door middel van punten in het terrein ('frame'); 
- De distributie van informatie aan gebruikers over de referentiesystemen, de koppelingen daartussen en de realisatie van de systemen in het terrein
- De regelgeving met betrekking tot de beschikbaarstelling en het gebruik."