1.
Ook: gebouwmassa, bouwvolume. De bouwmassa omvat het gehele gebouw, of
het totaal van gebouwen in een complex. Met de term wordt aangegeven
in welke ruimtelijke omvangen verschijning het gebouw
gezien moet worden. Soms wordt bij bouwmassa rekening gehouden met de
contouren van het gebouw.
Aspecten
die bij het begrip bouwmassa een rol spelen:
- de vorm van het gehele gebouw (vierkant, rond, dakvormen e.d.)
- de vorm van het belangrijkste deel van het gebouw (slanke toren)
- aanwezigheid van markante zaken als grote openingen, taps toelopen
of juist naar boven breder, een getordeerd
gebouw of sterke uitkraging
- variatie in hoogte en breedte van onderdelen van het gebouw
- de hoogte ten opzichte van de breedte (zeer hoog en kleine "plint",
groot breed ondergebouw en hoge toren e.d.)
- mbt. de huid (gevel): grote aaneengesloten oppervlakken geven een
ander beeld dan in- en uitspringende vlakken (raampartijen, balkons e.d.)
- mbt. de rooilijn: het in- of uitspringen van de gevel
- bij een schetsontwerp
(structuurontwerp) en
voorontwerp
(voorlopig ontwerp) van een gebouw: verschillende modellen van bouwmassa's
kunnen een beter begrip geven van de invloed (impact) van een
gebouw op de omgeving.
De bouwmassa leent zich bij uitstek om te verwoorden in specifieke,
treffende en wollige architectentermen. Van deze beeldtaal kan een positief gebruik worden gemaakt om opdrachtgever en commissies "over de streep
te halen".
bouwmassa, "orthogonale bouwmassa met stompe beëindiging" (meeùs):
2. "De bouwmassa van uw woning wordt bepaald door het gebruikte
materiaal: steen, beton of hout. De massa bepaalt hoe snel en hoe lang
de warmte (of koelte) in uw woning wordt opgenomen." In deze betekenis gaat het om de daadwerkelijke massa van het gebouw
(dikte van muren en vloeren e.d. waardoor weinig of veel warmte kan
worden vastgehouden).
Zie ook bij warmtecapaciteit.