![]() |
![]() |
![]() |
Ook:
triglyph; soms: driegleuf. Een triglief is een versiering van het fries:
de "balkkop" van een Dorische
tempel, met meestal drie "verhogingen" (twee gleuven), verwijzend
naar de houten voorloper.
Het gebied tussen de trigliefen is de metope. En
onder de triglief vindt men vaak de regula
en de guttae
("regendruppels").
De vlakken tussen de trigliefen werden soms bezet met paterae
(schijfvormige ornamenten) en bucrania (runderschedels).
In het Classicisme keert de triglief terug bij gevelbeëindigingen met
een kroonlijst.
![]() |
locatie van de triglief (4) als verbeelding van de kopse kant van een balk van het gebint van een tempel met dorische zuilen (vitruvius, aangepast): ![]() |
1 = echinus 2 = abacus 3 = regula (hier zonder guttae) 4 = triglief |
locatie van de trigliefen van de dorische tempel van hera ii, paestum, italië; klik voor groter (copyright branislav l. slantchev): ![]() |
trigliefen, paterae en guttae, venetië; klik voor groter! (ontario architecture, aangepast): ![]() |
triglief, classicisme, keizersgracht 604 (bureau monumenten en archeologie amsterdam): ![]() |
De term triglief is afkomstig van het Latijnse triglyphus,
ontstaan uit het Griekse trigluphos (met drie gleuven, hoewel
het er eigenlijk twee zijn), van tri-
(drie-) en gluphos (insnijding, keep), gluphis (id.), van
gluphein (inkerven); bron Etymologiebank.
Zie ook Griekse
bouwkunst.
Eng. triglyph;
Fr. trygliphe