Nagel
is vaak
een andere benaming voor spijker. Een nagel is een door een hamer
ingeslagen meestal langwerpig houten of metalen "staafje",
zonder kop of met een kleine kop, om
verschillende zaken aan elkaar te vast te maken. Voor een
bevestiging van hout op hout geldt dat de minimale hechtlengte van een nagel
2,5x de dikte van het hout is waar de nagel doorheen wordt geslagen.
Sommigen
menen dat een nagel meestal een platte kop heeft en een spijker een
kleine kop. Een spijker is altijd van metaal.
Er zijn nagels / spijkers zonder kop, met een platte kop of met een grote kop.
Vooral vroeger, vanaf de 15e eeuw al, werden grote nagels voorzien van een forse
kop. Waarom dat gebeurde is niet zeker; misschien om de plaats van de nagels in
het (overschilderde) hout duidelijk aan te geven of als versiering (siernagels, sierspijkers). De
oorspronkelijke, gesmede nagels worden tegenwoordig ook wel siernagels genoemd; er zijn ook
gesmede nagels die van een tin-afwerking zijn voorzien.
Aan de hand van het in een oude nagel / spijker aanwezige koolstof kan ook
hiervan de C14-ouderdom worden
bepaald (met de nodige marge uiteraard). Omdat die methode kostbaar is en vaak
een grote marge in ouderdom wordt gehanteerd, kan vaak beter de ouderdom van het
omringende hout worden bepaald via dendrochronologie
(mits er omringend hout is en er voldoende jaarringen aanwezig zijn).
gesmede (sier)nagel met vrij platte kop, lengte zonder kop 75 mm, kop diameter 30 mm (smeedijzeren beslag): |
Het boek "Spijkers en draadnagels"
bevat een enorme verzameling feiten over spijkers en draadnagels; samenstelling Herman
Janse; een uitgave van Ambacht & Gereedschap in samenwerking met
Primavera
Pers; ISBN 90-5997-006-3; 88 pagina's met 48 zwart-wit
illustraties; € 13,50.
Voor nagels zie bijvoorbeeld Gereedschappelijk.
Het woord nagel is afkomstig uit het Protogermaanse nagla, Oudhoogduitse nagal.
Gotisch kende het woord blijkbaar alleen als werkwoord ga-nagljan
"vastnagelen". De oorspronkelijke betekenis is "teen- of
vingernagel". De uitsluitend in de Germaanse talen voorkomende betekenis
"spijker, pin" is daarvan afgeleid. Bron Etymologiebank.
Zie ook draadnagel, hakkelbout,
dook, duim,
klisnagel, slagplug,
toognagel, treknagel
en eventueel popnageltang,
verdekt nagelen, spijkerplaat,
spijkergeld, voegspijker,
spijkerbed.
Eng. nail; (metalen pen) pin; (lange nagel) spike; gesmede nagel is
wrought nail; houten nagel is wooden nail; houten nagel (scheepsbouw) treenail,
trenail; stalen nagel is masonry nail, concrete nail (Am.)