lozingstoestel

Een lozingstoestel is een toestel bestemd voor de rechtstreekse lozing van huishoudelijk afvalwater op de binnenriolering (NEN-3215). Voorbeelden van lozingstoestellen zijn wasbakken, baden, douchebakken, wc's, wasmachines, vaatwassers, gootstenen. Deze toestellen hoeven in deze context geen elektrische toestellen te zijn, maar simpelweg "voorwerpen", "objecten", "dingen", "inrichtingen" waar afvalwater uit komt.

Een lozingstoestel moet door een stankafsluiter, eventueel opgenomen in het lozingstoestel zelf, aangesloten zijn op het leidingsysteem voor afvalwater, waarbij de hoogte van het waterslot van de stankafsluiter ten minste 50 mm bedraagt. 

Een aansluitleiding verbindt een lozingstoestel met de verzamelleiding, standleiding of grondleiding. Op een aansluitleiding is slechts één lozingstoestel aangesloten. Wanneer meer aansluitleidingen op een verzamelleiding uitkomen, wordt het lozingstoestel met het grootste spoelvolume en de hoogste stroomsnelheid bij voorkeur als laatste aangesloten ("bovenstrooms"). "Naast vreemde voorwerpen die in de afvoerleidingen komen en bouwvuil is de groei van afzetting op de binnenwand van de afvoerleiding de grootste oorzaak van verstoppingen. Hierbij zijn twee aspecten van belang. Ten eerste de aansluitvolgorde van lozingtoestellen op een verzamelleiding. In de praktijk treedt vervuiling vooral op in de leidingen waarop uitsluitend een wastafel of een gootsteen is aangesloten. Door het geringe spoelvolume en de lage stroomsnelheid van deze lozingstoestellen zet het vuil zich op de leiding af. Daarom is het goed dat er bovenstrooms van een wastafel een lozingstoestel wordt aangesloten met een lang durende hoge basisafvoer, zoals een was- of vaatwasmachine (en in mindere mate een bad, welke ook een lange lozingsduur heeft). Ten tweede is het van belang dat er geen afzonderlijke standleidingen voor (keuken)gootsteenafvoeren worden toegepast."


volgorde van aansluiten i.v.m. lozingsvolume en stroomsnelheid (binnenriolering, tu delft):


Meestal zal een verstopping echter optreden in het eerste deel van een leiding, dicht bij het lozingstoestel, dus niet in de verzamelleiding (die immers een vrij grote diameter heeft).
Voor een goede stroming van het te lozen afvalwater dient de leiding onder een hoek van 45 graden te worden aangesloten op het leidingsysteem (vaak de verzamelleiding). De diameter van de verzamelleiding wordt berekend uit de basisvafvoer van de aangesloten lozingstoestellen die gelijktijdig kunnen lozen op die leiding. Wanneer de diameter van de verzamelleiding te klein is, is de kans aanwezig dat de stankafsluiter wordt leeggezogen, wat stankoverlast tot gevolg heeft. 

Opmerkingen:
- Bij warmteterugwinning uit douchewater: "afvoertechnisch is de warmtewisselaar in een douchebak een onderdeel van een lozingstoestel; douchebak en warmtewisselaar vormen samen één lozingstoestel".
- Bouwelementen die hemelwater afvoeren zijn geen lozingstoestellen.

Documentatie
- Binnenriolering (Jeroen van Veen, TU Delft)


De term lozen betekent "zich ontdoen van, verwijderen" (in het Oudnederlands was de term loson al bekend met de betekenis "verlossen, bevrijden"). 
De term toestel is afkomstig van het Oudnederlandse werkwoord toestellen (ondernemen, inrichten).

Zie ook bij sifon en beluchter.

Met dank aan TU Delft en C. Schotte (Pijnacker-Noordorp).