1.
Ook, soms: kapiteeldekstuk. De
dekplaat is de vlakke plaat boven een kapiteel,
fronton, muur of graf. Bij een
kapiteel is de dekplaat vaak vierkant van vorm en wordt abacus
genoemd; bij een
fronton is het de aflopende bovenste plaat; bij een muur wordt de
dekplaat ook muurdeksel of
muurafdekker genoemd; bij een graf wordt de dekplaat ook deksteen of zerk
genoemd.
Bovenop het kapiteel van Romeinse
zuilen is vaak nog een extra dekstuk aangebracht (eerste
afbeelding onder). Hierdoor ontstaat wellicht een groter draagvlak voor de
bogen die erop rusten, maar de
decoratieve waarde is waarschijnlijk groter.
de dekplaat en erboven het dekstuk: |
dekplaat: |
Verg. abacus, impost, muurdeksel,
zerk, deksloof.
Eng. dekplaat (deksel) is cover(ing) plate; deksteen van beton is cover
slab; dekstuk (boven kapiteel) is dosseret;
Fr. tailloir, abaque, (gorgerin?)
2. De dekplaat is de zichtbare behuizing (afdekplaat) van een (inbouw) wandcontactdoos.
schuko wandcontactdoos met wipschakelaar en afdekplaat: |
3.
Dekplaat is ook de benaming van een afdeklat bij bijvoorbeeld een
hoekverbinding, om een visueel minder goede verbinding aan het oog te
onttrekken. Deze dekplaat kan van hout zijn, maar ook van bijvoorbeeld gips.
Eng. cover fillet, cover moulding