home  

discl. / ©, lid NVJ

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z
Toets een onderwerp in het zoekboxje, of
klik op één van de letters A..Z hierboven.


vloedschuur

 

vloedschuur, waterschuur, vluchtschuur *)
Een vloedschuur, waterschuur of vluchtschuur is bij een boerderij een vrijstaande schuur (stal) die hoger ligt dan de omgeving. 
Doel van de vloedschuur is primair het op hoogte stallen van vee zodat het niet verdronk. Een vloedschuur voorziet dus een droge, beschutte plaats voor het vee, wanneer de omgeving onder water staat door overstromingen van rivieren. 
Onder normale omstandigheden werd de vloedschuur ook gebruikt voor opslag van het hooi of graan (voedsel voor vee en mens).
Eventueel was de vloedschuur door meer boeren te gebruiken.

In enkele gevallen bevat een vloedschuur voorzieningen om in te wonen. Bij langdurige overstromingen kon het boerengezin of het personeel hier tijdelijk wonen, maar meestal ging men in de boerderij zelf op zolder wonen.

Meer last van overstromingen
Een aantal oorzaken maakte het nodig tijdens overstromingen niet alleen een stuk hoger gelegen land te hebben, maar daarop ook een gebouw te plaatsen als beschutting tegen het vaak onstuimige water:
- klimaatverandering in het verleden (de zee steeg en het land daalde)
- aanleg van dijken langs de rivieren vanaf de twaalfde eeuw (de rivieren verzandden sneller en er waren vaker overstromingen) 
- inklinken van veengrond en steken van turf (het land daalde nog verder) 
- groei van de bevolking (grotere afhankelijkheid van producten van landbouw en veeteelt). 

Soorten verhogingen bij overstromingen
Vanaf de oudheid werden bij overstromingen oeverwallen en donken gebruikt als vluchtplaats. Naast deze natuurlijke verhogingen in het land waren bijvoorbeeld terpen en vliedbergen kunstmatige verhogingen waar mens en dier in ieder geval boven de waterspiegel konden verblijven.

Toen de boer gebruik nog maakte van een potstal, kwam de "werkvloer" door mest en stro steeds hoger te liggen en zorgde zo voor een redelijk veilige verhoging van de vloer. (Na verloop van tijd werd de verhoging van aangestampte mest en stro verwijderd en op het land uitgestrooid.) 

Omdat de overstromingen steeds forser werden en frequenter voorkwamen, gaf een speciale verhoogde schuur meer zekerheid dat het vee veilig was bij een overstroming. Deze zogenoemde vloedschuren waren aparte schuren op een vluchtheuvel of normale schuren met een verhoogde stal. Bij veengrond, dat minder draagkrachtig is, werd meestal volstaan met uitsluitend een stenen onderbouw van de schuur (de rest van de gevel was van hout). Vooral in de door overstromingen geteisterde rivierengebieden van Gelderland en Zuid-Holland stonden veel vloedschuren. Vloedschuren zijn al in de 17e eeuw aangebracht en in Zuid-Holland nog tot in de 20e eeuw in gebruik geweest.

Wanneer de vloedschuur nabij de boerderij was gelegen, werd soms een brug gemaakt tussen boerderij en schuur, zodat de schuur beter bereikbaar was.
Wanneer de vloedschuur niet onmiddellijk bij de boerderij lag, werd deze schuur in normale tijden, wanneer er geen overstroming was, vaak gebruikt voor jongvee en opslag van hooi; jongvee behoeft niet gemolken te worden dus dat vergde minder aandacht. Ook werd de vloedschuur als extra schuur gebruikt voor bijvoorbeeld de stalling van rijtuigen en boerenwagens en als tijdelijk onderkomen voor voor schapen.

Soorten vloedschuren en stallen op hoogte
Afhankelijk van de mogelijkheden (bodemgesteldheid, situatie op het erf, financiën) zijn er verschillende uitvoeringen van de vloedschuur:
- Een vloedschuur als vrijstaande schuur op een ophoging in het land, dus los van de boerderij.
- Een vloedschuur als vrijstaande schuur op of tegen een dijk. De schuur was toegankelijk vanaf de dijk.
- Een waterstal of vloedstal is een permanente stal op hoogte, in de boerderij zelf: meestal een verhoogde schuurvloer door een met aarde opgeworpen bult. Vaak was het de zijbeuk van de stal. Het vee bereikte de stal via een talud van verstevigde aarde. Waterstallen zijn aan de buitenzijde herkenbaar aan de hooggeplaatste mestluiken en stalvensters. Zo'n boerderij werd ook wel vloedboerderij genoemd.
- Een waterzolder is een zolder die bij hoog water als stal kan worden ingericht. Bij de waterzolder is meestal een beperkt gedeelte van de zolder versterkt om het vee (voor een tijdje) te kunnen dragen.

Van vloedschuur en waterstal naar waterzolder
Een aantal oorzaken hebben ertoe geleid dat de vloedschuur en de waterstal niet meer zo functioneel waren:
- Het niveau van de overstromingen werd steeds hoger (door aanleg van dijken e.d.), waardoor de stalvloer steeds hoger moest worden. 
- De frequentie van de overstromingen nam toe, waardoor het gebruik van de verhoogde schuur of vloer steeds noodzakelijker werd.
- Het was lastig voor de boer de koeien te voeren als deze bijna permanent op de verhoogde vloer stonden. 
- Het talud naar de verhoogde vloer in de waterstal werd niet nuttig gebruikt. 

De noodzaak van een hoge, inpandige ruimte die bij hoog water als stal kon worden gebruikt, werd steeds groter: de waterzolder. Vaak werd de waterzolder gevormd door een gedeelte van de zolder te voorzien van een zware vloer.
Waterzolders werden niet permanent gebruikt, maar waren wel permanent aanwezig. Voor het aanbrengen van de waterzolder moest de constructie worden verzwaard. Waterzolders werden vaak aangebracht tegen de brandmuur die het woongedeelte van de stal scheidde. Wanneer de buitenmuren voldoende hoogte hadden, kon de waterzolder over de gehele lengte boven de bestaande stal worden aangebracht.

Door de opkomst van waterstallen en waterzolders in het hoofdgebouw zijn bijvoorbeeld in de Alblasserwaard nauwelijks nog losstaande vloedschuren bewaard gebleven.

De verhoogde stal en de erboven liggende hooizolder maakte het bedrijfsgedeelte van de boerderij aanzienlijk hoger dan het woongedeelte. Omdat de boerderij toch vaak één dak kreeg, ontstond de bekende boerderij met kameelrug, waarvan de bult de overgang tussen stal en woongedeelte markeert.

Ook de mens en een deel van de inboedel moest soms veiliggesteld worden bij overstromingen. Daartoe was de waterzolder vaak voorzien van een extra schouw voor warmte en koken wanneer men bij een overstroming langere tijd niet van de normale ruimten gebruik kon maken.


vloedschuur op kunstmatige verhoging, heteren, boterhoeksestraat 13 (beeldbank cultureel erfgoed):


vloedschuur met stenen onderbouw; let op de hoge deuren
; klik voor groter (uit "voor als de dijken doorgingen", cultureel erfgoed):


vloedschuur met o.m. bakhuis (rechts); vloerhoogte vloedschuur is ongeveer dijkhoogte
; klik voor groter (beeldbank cultureel erfgoed):


vloedschuur; let op het dak met kameelrug dat overgang woongedeelte en verhoogde stal markeert
; klik voor groter (uit "voor als de dijken doorgingen", cultureel erfgoed):


waterstal met aarden bult en talud; klik voor groter
(uit "voor als de dijken doorgingen", cultureel erfgoed):


waterzolder, rechts onderin de foto te zien; klik voor groter
(uit "voor als de dijken doorgingen", foto g.j. dukker, cultureel erfgoed): 


Documentatie
- Voor als de dijken doorgingen: maatregelen tegen rivieroverstromingen bij boerderijen 17e-19e eeuw (van Judith Toebast, in Tijdschrift voor Waterstaatsgeschiedenis nr. 21)

Verg. spieker, vliedberg, terp, schapenboet en eventueel kleine gebouwtjes als baarhuisje, bakhuisje, boenhok.

*) Gegevens met veel dank aan ir. Judith Toebast (Specialist Landelijke Bouwkunst, Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed).