Ook:
taaivloeibaarheid. Viscositeit
is een fysisch gegeven over de mate van stroperigheid (de mate van
samenhang binnen een vloeistof, stroperigheid), en wordt bepaald door de
inwendige wrijving tussen de deeltjes waaruit het materiaal bestaat. Een andere
definitie is: de mate van weerstand van een vloeistof op een erop
uitgeoefende kracht.
Als een materiaal zeer vloeibaar is (dus minder stroperig), is de viscositeit
laag. Een "dikke" vloeistof heeft een hoge viscositeit. Water heeft
een lage viscositeit, stroop een hogere.
Bij onderwaterbeton (colloïdaal
beton) kan een colloïdale hulpstof het uitspoelen van pasta tegengaan door het verhogen van de samenhang of viscositeit van
beton/cementpasta.
voorbeelden van viscositeit / vloeibaarheid / stroperigheid:
uitbeelding van de weerstand die een vloeistof (verschillende
soorten olie) heeft op een erop uitgeoefende kracht (een stalen kogel):
de kogels van gelijke massa zijn gelijktijdig in de buisjes met
verschillende oliesoorten gelegd;
de mate waarin deze kogels naar beneden vallen hangt af van de viscositeit van
de vloeistof
De temperatuur is een belangrijke factor bij het vloeibare karakter van
een stof. Bij hogere temperaturen geldt voor veel vloeistoffen dat de viscositeit lager is dan bij lagere
temperaturen; ze zijn bij hogere temperatuur "vloeibaarder". Asfaltbitumen is bij
kamertemperatuur dikvloeibaar tot vast, bij hogere temperaturen meer
vloeibaar.
Viscositeit is een eigenschap die wordt omschreven als de kracht, die uitgeoefend wordt op een vloeistof in evenwijdige richting (afschuifspanning) in relatie met de snelheid in die richting (afschuifsnelheid).
In formule:
Viscositeit = (af)schuifspanning τ
(F/A) / (af)afschuifsnelheid γ (v/D) [en de eenheid is Ns/m2]
Er bestaan verschillende methoden om de viscositeit van vloeistoffen te bepalen. De viscositeit wordt via
de viscometers volgens de Brookfield- of Krebsmethode gemeten door de weerstand te bepalen van een ronddraaiend element in een vloeistof.
Viscositeitmeters worden viscometers of viscosimeters genoemd.
Reologie is de wetenschap die zich bezighoudt met het vloeibare karakter
van een stof en met de stromingseigenschappen van een stof (vooral
vloeistoffen).
De reologie bestudeert "vloeistoffen" met een complexe opbouw,
bijvoorbeeld modder, suspensies, polymeren, olieën.
Een paar mooie voorbeelden van reologische aard uit het alledaagse leven:
- de viscositeit van ketchup wordt verlaagd door de fles met ketchup te schudden
- de viscositeit van bloem met water wordt hoger als er op geslagen wordt.