Een
taatsraam is een raam waarbij de scharnieren aan de onder- en bovendorpel zijn
bevestigd, vaak op ongeveer 1/3 van de breedte van het raam, soms in het midden.
Voordeel
van een taatsraam is dat de uitslag of uitzwaai geringer is dan bij
een raam met scharnieren aan de verticale stijl en dat ook de buitenzijde
van het venster door de bewoner zelf is te wassen.
Nadeel is dat een hor er moeilijk in geplaatst kan worden: er is niet
veel ruimte voor en in het raamkozijn staan vaak voorwerpen die een hor
belemmeren.
Wanneer de scharnieren van het taatsraam in de verticale stijlen zijn bevestigd,
dan wordt gesproken over een tuimelraam.
De taats is de pen waar omheen de holle of gedeeltelijk uitgeholde pen
van het taatsraam of de taatsdeur draait; er zijn vaak twee taatsen: bovenaan en
onderaan. (Overigens, een sluisdeur is ook vaak een taatsdeur.)
De taatskom is de kom waarin de taats draait.
Het onderdeel "taats" (spijker, metalen punt) van de term
taatsraam is ontleend aan het dialectisch Franse tache, dat met
het Provençaalse tacho en het Spaanse tacon berust op
het Keltische tac, tach (nagel, spijker); bron Etymologiebank.