Een
schampgoot is een dakgoot gevormd door een haaks op het dakbeschot staande hardhouten
plank (vroeger grenen, vuren of eiken). Deze plank
wordt vastgezet met hoekijzers. Schampgoten zijn vooral toegepast uit
pragmatische overwegingen: wanneer bij restauratiewerken wel hemelwaterafvoer
noodzakelijk werd geacht, maar de traditionele oplossingen (mastgoot
e.d.) om esthetische of bouwfysische redenen
niet mogelijk waren. Bij veel vooral hogere gebouwen zonder dakgoot
zijn goten toch wel gewenst, omdat er dan minder hemelwater over de gevel
stroomt. Bij nieuwe restauraties is het altijd afwegen wat te doen, maar bij de
oorspronkelijk grote overstek (zonder
goot) past een schampgoot goed.
De schampgoot wordt ondersteund door klossen of ijzers.
De haakse plank van de schampgoot kan helemaal onderaan het dakvlak staan
(tweede afbeelding), maar ook iets daar boven waardoor de klossen op het dakvlak
bevestigd kunnen worden (eerste afbeelding).
Soms wordt de schampgoot bekleed met lood of koper, soms zink. Tegenwoordig
worden bij restauraties de schampgoten vaak met koper bekleed, omdat grote
lengtes lood toch scheuren kunnen gaan vertonen, vooral op de hete zuidzijde.
Koper is dan een betere keuze.
De onderzijde van de plank kan geprofileerd zijn.
De waterberging van een schampgoot is vrij klein, maar misschien kunnen we ervan
uitgaan dat een aantal malen "overlopen" per jaar niet ernstig is? Een
afschot van ca. 2 cm per meter zal voor
wat snellere doorstroming zorgen, maar is esthetisch gezien niet altijd
mogelijk; bij grote lengtes schampgoot is het afschot mogelijk zichtbaar.
schematische voorstelling van een schampgoot (bron rdmz, rijskdienst voor
de monumentenzorg, een voorganger van cultureel
erfgoed: