Ook:
schampsteen, boordsteen. Een schamppaal of stootsteen is veelal een stenen
object dat de hoek van een gebouw beschermt tegen beschadiging door verkeer.
Door de schuine stand van de schamppaal beschadigden in het verleden ook wagens met wat uitstekende
assen de hoek van het gebouw niet: "De menner voelt meteen dat hij te dicht bij de hoek komt omdat hij op de steen rijdt of er te nauw langs schuurt. Zo houdt hij afstand."
Omdat het trottoir in het verleden meestal bij het gebouw behoorde, was dat deel
van de stoep vaak afgezet door stenen palen en kettingen. Wanneer adequate bescherming
van
de hoek van het gebouw ontbrak, was op de hoek of
versmalling van een straat een schamppaal nodig. Ook bij inritten van
poortgebouwen werden wel eens schamppalen toegepast. Hoewel tegenwoordig
"de stoep" meestal gemeentegrond is, lijkt toch onduidelijk wie verantwoordelijk is voor
behoud en eventueel herstel van de schamppaal: de eigenaar van het pand dat
beschermd wordt of de gemeente? Waarschijnlijk de eigenaar omdat het eenzelfde
soort object is als een stoeptrede bij de voordeur (wanneer die trede zich op
het openbare trottoir bevindt).
Verkeersobstakels of voertuigobstakels zijn o.m.:
- varkensrug (biggenrug), als wielstopper bij parkeerplaatsen of als
verkeersgeleiding
- schrikblok (schampblok), als verkeersgeleiding om te vermijden dat
auto's op trottoir of groen rijden (vooral bij het afsnijden van een bocht)
- schamppaal (stootsteen), als bescherming van een gebouw o.d.
- amsterdammertje (paaltje) en parkeerbol, meestal als bescherming
van het trottoir zodat auto's niet de stoep op kunnen rijden en niet geparkeerd
kunnen worden op de stoep
- verkeersdrempel, lager object dat autoverkeer vertraagt, maar
niet tegenhoudt.