|
||||||||
1.
Ook: opstaande rand. De term opstand wordt niet vaak gebruikt maar
geldt in zijn algemeenheid voor iets dat boven de omgeving uitsteekt,
bijvoorbeeld bij een plat dak of een douchebak. Daarom
wordt het ook wel een enkele keer gebruikt voor "hoogte",
eigenlijk opstandhoogte, bijvoorbeeld bij dakranden van platte daken die
een opstandhoogte van 12 cm moeten hebben.
2. De opstand van een gebouw is alles wat overeind staat, boven het maaiveld. Zie opgaand werk. 3. Opstand is ook een ander woord voor "aanzicht", dus een projectiemethode op een verticaal vlak. Eenvoudig gezegd gewoon zoals je iets ziet vanuit een toeschouwersstandpunt, maar zonder perspectief (er zijn geen verdwijnpunten en andere driedimensionale aspecten), dus een platte opname.
4. De benaming van een verhoging bij een ouderwetse wastafel of lage kast, als een soort planchet, zie foto. Vandaar dat in het spraakgebruik een planchet ook wel een "opstandje" wordt genoemd.
5. Bij trappen: opstand. Bij bijvoorbeeld een trap in een trappenhuis is de opstand de afstand tussen de bovenzijde van de vloer van de ene bouwlaag en die van de volgende ofwel de verdiepingshoogte. 6. Bij trappen: opstand op dek. Bij bijvoorbeeld een trap in een trappenhuis: de opstand is het verschil in lengte tussen de sparing in de verdiepingvloer en de "footprint" van de trap. Zie de tekening onder: de bovenste tekening geeft het bovenaanzicht van de trap (geen treden getekend), daaronder de sparing in de verdiepingvloer. De "footprint" van de trap op de benedenvloer is (alleen bij dat extra deel rechts) groter dan de sparing. Het verschil, in dit voorbeeld de 1108 minus de 1000 mm, is de opstand op dek, waarbij "dek" in dit geval de vloer van de beganegrond is.
|
||||||||
|