Hout
dat in de bouwwereld wordt toegepast is onder te verdelen in naaldhout en
loofhout, kenmerken als duurzaam (bestand tegen vocht e.d.), zichtbare hars, kwasten,
zacht of hard hout, grote of kleine vaten, bestand tegen schimmels, licht of
zwaar in gewicht, bestand tegen paalworm e.d.
Bij duurzaamheidsklasse (1 =
zeer duurzaam, 5 = niet duurzaam) staat
de duurzaamheid van veel houtsoorten vermeld, d.w.z. een indicatie voor de
levensduur van die houtsoort.
Kenmerken en toepassingen van enige veel voorkomende houtsoorten:
houtsoort
kenmerken
duurz.
toepassingen
naaldhout
Vuren
zichtbare hars, kwasten, zacht
4
alle soorten bouwhout binnen en
buiten
Dennen
geen zichtbare hars, taai, zacht
4
groot werk (grote maten)
Europees Grenen
harsrijk, aantasting spint bij
vocht, kwasten, zacht
3-4
ook buitenwerk in ramen (door
hars)
Oregon Pine, Douglas Fir
werkt weinig, vast, zacht
3
bouwhout binnen en buiten,
heipalen, constructie-triplex, grote maten
loofhout
Eiken
hard, sterk, duurzaam, grote
vaten
2-3 *)
waterwerken, parketvloeren,
universele houtsoort
Azobé
zwaar, dicht, grove nerf,
bestand tegen paalworm
2
constructiehout, waterwerken,
bruggen
Basralocus
hard, fraaie glans, bestand
tegen paalworm en zuur, grote maten
2
waterwerken, parket,
bedrijfsvloeren
Merbau
hard, sterk, zwaar, bestand
tegen schimmels, gelijkmatige structuur, grove nerf
1-2
waterwerken, vloeren, kozijnen
Afzelia
zeer duurzaam, zwaar, grove
nerf, niet bestand tegen alkali
1
constructiehout, schepen,
brugdekken
Demerara groenhart
zwaar, rechte draad, fijne nerf,
bestand tegen paalworm en chemicaliën