Oorspronkelijk
was een herme een buste van de god Hermes, de zoon en bode van Zeus, maar dan op een hoge vierkante
pijler en voorzien van zijn fallus. Hermes
was de god van de handel en de bode van de goden. De "hermeszuilen" stonden als richtingborden langs de wegen in
Attica. Later kwamen deze zuilen steeds vaker in Athene zelf voor, als een beschermende grenspaal bij tal van gebouwen. Uiteindelijk droegen ze
allerlei soorten koppen, zowel van goden als van beroemde mensen.
De
herme is dus een stenen zuil met een kop erop ofwel een beeld van een hoofd op een hoog
voetstuk. Het voetstuk loopt vaak naar beneden enigszins taps toe.
De herme was een motief dat in de Renaissance
nagevolgd werd.