De bouw beweegt zich naar een combinatie van "elementenbouw
in de fabriek" en "assembleren op de bouwplaats". Het is wenselijk bij het
prefabriceren al het
assembleren in het oog te houden, ook in het kader van circulaire
economie (cradle-to-cradle,
hergebruik e.d.) en bijvoorbeeld montagebouw. Dit wordt Design for Manufacture and Assembly (DfMA)
genoemd.
De belangrijkste kenmerken van DfMA (bron Designing
Buildings):
- minimaliseer het aantal componenten; hierdoor worden assemblage- en bestelkosten verlaagd, work-in-process gereduceerd en automatisering
vereenvoudigd
- ontwerp voor eenvoudige fabricage: vereenvoudig de geometrie van onderdelen,
vermijd onnodige functies
- toleranties van onderdelen: het onderdeel moet zodanig zijn ontworpen dat het
gemakkelijk fabriceerbaar is
- duidelijkheid: componenten moeten zo worden ontworpen dat ze slechts op één manier kunnen worden
geassembleerd
- minimaliseer het gebruik van buigzame componenten omdat het hanteren en monteren over het algemeen moeilijker
is (onderdelen gemaakt van rubber, pakkingen, kabels enz. moeten worden
beperkt)
- ontwerp voor eenvoudige montage: bijvoorbeeld het gebruik van klikbevestigingen en lijmverbindingen in plaats van schroefdraadbevestigingen zoals moeren en
bouten (waar mogelijk moet een product worden ontworpen met een basiscomponent om andere componenten snel en nauwkeurig te
lokaliseren; opmerking van de redactie: dit aspect is in tegenspraak met
hergebruik omdat schroeven en bouten juist handig zijn bij het demonteren)
- elimineer of verminder noodzakelijke bijstellingen aan een component
(bijstellingen van een product betekent dat er meer mogelijkheden zijn op de
bouwplaats en er meer fout kan gaan).
DfMA+D: De aan DfMA toegevoegde "D" staat voor Demontage. Het is zinvol
dat er in het ontwerptraject ook rekening gehouden wordt met de circulariteit
van de gebruikte materialen en dat dus, aan het einde van de levensduur van het
gebouw, men liever demonteert en hergebruikt dan dat er sloop
plaatsvindt.