Een binnendeur is een deur in een huis die ruimtes in huis van elkaar
afsluit en met elkaar verbindt.
Een binnendeur hoeft niet zo sterk,
goedsluitend en vooral beveiligend te zijn als een buitendeur.
(Een buitendeur is een deur van buiten af die toegang geeft tot het huis.) Soms is
juist een gleuf tussen onderkant deur en drempel gewenst om de lucht
in huis te kunnen laten stromen (een zekere tocht
te veroorzaken die ventilerend
kan werken), hoewel die opening uiteraard minder isolerend werkt
voor geluid en warmte.
Veel binnendeuren hebben één of meer panelen met glas, zodat wat meer
licht in de kamers (binnendeur tussen vestibule, keuken of eetkamer en
woonkamer) of op de overloop kan komen.
De binnendeur slaat vaak niet meer direct tegen de deurpost (omlijsting), maar
tegen rubber dopjes aan de binnenkant van de deurpost die de klap van de dichtslaande deur opvangen.
De binnendeur is kan afgewerkt zijn met gespoten panelen, maar kan ook alleen
gegrond zijn en dus nog een extra lakbeurt vergen (in het laatste geval
moeten ook de randen voorzien worden van een laklaag), alles uiteraard volgens de verwerkingsvoorschriften van de
leverancier.
Zeer in trek zijn de industrieel ogende glazen deuren met stalen profiel
(ook verkrijgbaar in hout met een staal-uiterlijk). De term
deurplaat wordt gebruikt voor
plaatmateriaal in de verschijningsvorm van een deur.
Soorten binnendeuren zijn o.m.:
- massieve deur (hout):
vroeger vaak een plankendeur of (later) een paneeldeur
van massief hout;
voordelen: solide;
nadelen: duur, zwaar (sterk hang- en sluitwerk
nodig), massieve hout kan scheuren gaan vertonen; opmerking: er zijn ook mdf-paneeldeuren die een
"massief" uiterlijk hebben (0,6 mm eiken fineer) of houten kern en
mdf
toplaag; het massieve karakter betekent dat het allemaal (houtachtig) materiaal
is en er geen luchtkanalen zijn.
- deur met honingraat karton:
een deurplaat met een inwendige van dwars op de plaat gelijmde
honingraatvormige kartonnen compartimenten;
voordelen: goedkoop, licht in gewicht, eenvoudige scharnieren voldoen;
nadelen:
minder sterk (je kunt in een zot moment met een stomp voorwerp door de toplaag
steken)
- tubespaan deur:
een deurplaat met een inwendige van een spaanplaat met kanaalvormige
openingen (tube is Engels voor buis, koker; spaan komt van
spaanplaat);
voordelen: steviger dan de andere deurplaat-deuren, ook zwaarder maar dat
geeft een robuust gevoel, beste score prijs/kwaliteit;
nadelen: is wat
zwaarder dus wat robuuster beslag (scharnieren) nodig, duurder dan andere
deurplaten.
- volspaan deur:
een deurplaat met een inwendige van spaanplaat;
voordelen: sterker en wat meer brandveilig dan de andere deurplaten;
nadelen:
behoorlijk zwaar (dus sterker hang- en sluitwerk nodig).
- glazen deur met stalen profiel:
een glazen deur met stalen randen en eventueel stalen tussenregel(s); voordelen: industrieel uiterlijk, op maat gemaakt door de fabrikant,
minder gevoelig voor vocht dan houtachtige binnendeuren, ook als taatsdeur
verkrijgbaar, robuust, ook bovenlicht e.d. in zelfde stijl verkrijgbaar
nadelen: vrij duur, behoorlijk zwaar (dus sterker hang- en sluitwerk nodig), veel glas is niet altijd gewenst (dichte aluminium
panelen zijn overigens ook mogelijk); opmerking: een alternatief is er in massief hout maar toch fragiel, met
glas (foto
Lundia) of met gesloten paneel bijvoorbeeld voor slaapkamers (foto
Lundia).
massieve binnendeur, hier paneeldeuren van massief
hout en eventueel glas; klik op de eerste afbeelding voor
groter (resp. houtindustrie
ideaal, decodeur
en lundia):