Een
aardlekschakelaar is een schakelaar die de stroom automatisch uitschakelt als de
stroom weglekt, bij bijvoorbeeld gebreken van aangesloten
elektrische apparaten. De aardlekschakelaar is van belang voor alle
apparaten die niet "geaard" zijn, d.w.z. die niet (correct) aangesloten
zijn op een geaarde contactdoos). De maximale stroom die mag lekken is 30 mA, d.w.z. als er meer dan 30 mA lekt, wordt de stroom uitgeschakeld van de groepen
die op de aardlekschakelaar staan aangesloten.
Om een keten voor de elektrische stroom te hebben, zorgt de fasedraad (de bruine
draad, tot ca. 1970 de groene draad) voor de aanvoer en de nuldraad (de blauwe
draad) voor de afvoer. Tussen fasedraad en nuldraad bevindt zich een elektrisch
"apparaat", bijvoorbeeld een lamp. Als een spanningzoeker op de
fasedraad aangesloten wordt, dan is door het lampje van de spanningzoeker een
stroom zichtbaar; bij aansluiten op de nuldraad brandt het lampje van de
spanningzoeker niet (tenzij het foutief is aangesloten). De
nuldraad is dus in principe spanningsloos. Tussen twee punten,
bijvoorbeeld de aansluitingen van een lamp, heerst een spanningsverschil van
bijvoorbeeld 230 V wanneer de fasedraad en de nuldraad met elkaar worden
verbonden: na het aanknippen van bijvoorbeeld een lamp gaan de elektronen stromen en staat
op beide punten (en dus ook de draden) 230 V. De
nuldraad voert samen met de fasedraad de elektrische stroom en kan daarom bij
een (te) grote spanning gevaarlijk zijn.
Omdat de aardelektrode en
de nuldraad in woningen in Nederland niet met elkaar verbonden zijn,
detecteert de aardlekschakelaar
wel een te groot stroomverschil (in Ampère) tussen de nuldraad en de fasedraad:
in dit geval is er sprake van lekstroom.
Het is verwarrend, maar de aardlekschakelaar detecteert niet de stroom die door de aardedraad
lekt:
- de aardlekschakelaar is voor het lekken van stroom via een andere
weg dan via de fasedraad en de nuldraad (bijvoorbeeld door vochtig contact
in een elektrisch apparaat)
- de aardelektrodevormt een veilige weg voor het lekken van
stroom via de aardedraad.
Een goede aardlekschakelaar heeft een testknop die bijvoorbeeld gebruikt
wordt voordat er wat grotere aanpassingen aan het elektrisch circuit uitgevoerd
gaan worden of als er een vermoeden is dat er toch stroom lekt.
Er mogen maximaal vier elektriciteitsgroepen op een aardlekschakelaar worden
aangesloten.
Sinds 1998 moeten alle nieuwbouwwoningen voorzien zijn van geaarde
wandcontactdozen ("stopcontacten").