![]() |
![]() |
![]() |
Een
stollingsgesteente is een gesteente dat gevormd is door afkoeling:
- van magma op grote diepte (dieptegesteente)
- van magma in gangen en breuken (ganggesteente)
- van lava waarbij de stolling van het hete gesmolten gesteente dus
pas aan de oppervlakte optreedt (uitvloeiingsgesteente).
Voorbeelden van stollingsgesteenten zijn basalt, diabaas,
porfier, trachiet.
Zie ook gesteentecyclus, natuursteen
(voor de andere hoofdgroepen natuursteen).
stollingsgesteente; lava, kraterpijp, krater, as en stenen, geiser, warmwaterbron, verhit grondwater, magmakamer; klik voor groter (geokring): ![]() |
De term stollen (vast worden) is ontwikkeld uit het Protogermaanse stullon, waarnaast ook
het Oudhoogduitse stullen (traag worden, stil staan), beide uit het
Protogermaanse stulljan (de oorspronkelijke betekenis was
waarschijnlijk iets als "stijf worden"); waarschijnlijk afgeleid van de wortel
stel (stellen; staand, onbeweeglijk, stijf).
De term steen (stuk harde delfstof) is wellicht ontleend Sanskrit styayate (wordt hard)
uit het Griekse stia (steentje) uit het Protogermaanse stifa (stijf).
Zowel de term stolling als gesteente heeft dus "hard worden, vast
worden" als betekenis.
Bron Etymologiebank.
Eng. igneous rock