muldengewelf, wangewelf

Het muldengewelf of wangewelf is een gewelf dat lijkt op een kloostergewelf met twee langwerpige gewelfvlakken. Het muldengewelf heeft daardoor twee trapeziumachtige gewelfvlakken en twee meer of minder driehoekige vlakken. Het snijpunt van de vier gewelfvlakken van een kloostergewelf is één punt, bij een muldengewelf is het één lijn.
Door de langgerekte vorm en de rondingen van de gewelfvelden lijkt het muldengewelf enigszins op een tongewelf en een troggewelf.

Soms wordt over een wangewelf gesproken als een tongewelf waarvan de uiteinden de gewelfvorm hebben van een gewelfvlak van een kloostergewelf. Echter, de term "wan" in wangewelf betekent "grote, platte, schaalvormige mand gebruikt om koren te zuiveren van kaf (...)" (Van Dale). Gezien deze betekenis van wan, lijkt een lager gewelf eerder een wangewelf te zijn dan een hoog gewelf.

 


een tekening van een muldengewelf:


muldengewelf van het sint jozefgesticht, rosmalen den bosch; niet goed te zien, maar het korte gewelfvlak loopt niet geheel verticaal maar in een boog (kris rodenburg, cultureel erfgoed):


verschillende gewelven: tongewelf, kruisgewelf, kruisribgewelf, kloostergewelf, muldengewelf, spiegelgewelf, netgewelf, stergewelf;
klik voor groter:


De term muldengewelf is eigenlijk een germanisme. Die Mulde (Duits) is een geologische term en betekent: de trog, de bak, de kom van een dal (meervoud die Mulden); bron Uitmuntend.
De term "wan" in wangewelf betekent "grote, platte, schaalvormige mand gebruikt om koren te zuiveren van kaf (...)" (Van Dale).

Verg. troggewelf.

Eng. trough vault; 
Du. Muldengewölbe