loket

Een loket is een loodconstructie die toegepast wordt voor de waterdichte aansluiting van een pannendak met een schoorsteendoorvoer of met opgaand metselwerk. De loketten worden horizontaal ingemetseld waarna onder de punten een losse strook lood wordt aangebracht die onder de pannen wordt geklopt. 
De hoogte van de opgaande loodslab is afhankelijk van de hoek die het dak maakt: bij een dakhelling van 30 graden 2 lagen metselwerk, bij 45 graden 3 en bij 60 graden 4.
De vrij lange punten van de loketten kunnen bij niet al te zwaar lood bij storm opwaaien, wat vroeger voorkomen werd door het aanbrengen van trotseerloodjes.
Door het zakwater en condenswater bij loketten, bijvoorbeeld in een schoorsteen, kan water aan de binnenzijde van het buitenblad komen (zie bovenaan de tweede foto, waar het lood de spouw oversteekt). Mede door dit water zijn in het metselwerk open stootvoegen nodig.



loketten bij een schoorsteen; klik voor groter:


Het woord loket is afgeleid met de uit het Frans ontleende verkleiningsuitgang -et(te) van het Middelnederlandse loke (afsluiting; afgesloten ruimte; vak, loket; paneel, plank), dat is afgeleid van het verouderde werkwoord luiken (sluiten); bron
Etymologiebank.

Afbeeldingen Mendesa,
Aquaplan en uit het boek van Constructieleer voor de timmerman (S.P. Botman, 1953); met dank aan Piet Hoekman bouwkundig advies.

Zie vooral
Stichting Bouwlood met vele animaties en stappenplannen, zaling en eventueel loodslab, kapconstructies allerlei (figuur A.5) en hondsoor.
Kijk ook eens bij AGS.
Verg
. waterbord tegen inregenen wanneer het dak hoger is dan de gevel.
Verg. legering (met de klemtoon op de tweede lettergreep, zie tweede betekenis van legering).
Verg. voetlood.

Eng. (stepped) (lead) flashing