![]() |
![]() |
![]() |
Een
lierne is een wat kortere verbindingsrib in een gotisch
ribbengewelf die niet uitgaat van een
steunpunt (een gewelfdrager als console, pilaar
e.d.) en ook niet uitkomt in een sluitsteen.
Liernes zijn de gewelfribben die in een stergewelf
of netgewelf vaak tussen de belangrijker
(constructieve) ribben bevestigd zijn. Vooral in de 14e eeuw werd in Engeland
het stelsel van ribben steeds complexer, vooral uit decoratieve overwegingen. De
ribben zelf zijn daarom ook vaak rijk versierd.
De "grande lierne" is de nokrib.
Een voorbeeld van een netgewelf is dat van het gewelf van Gloucester (ca. 1377)
en van een stergewelf dat van de kathedraal van Canterbury (ca. 1400).
de lierne is de verbindingsrib en de tierceron is de verdelingsrib: ![]() |
lierne, verg. tierceron (glossary of medieval art and architecture): ![]() |
e is de lierne, f is de tierceron, a is de sluitsteen: ![]() |
liernes in een deel van het koor van gloucestor (smart history khan academy): ![]() |
liernes bij een stergewelf van de kathedraal van canterbury (been there, done that, great britain): ![]() |
De term lierne is afgeleid van het Franse lier (binden), via
het Oudfrans uit het Latijnse ligare (binden, verbinden).
Verg. tierceron.
Eng. lierne