![]() |
![]() |
![]() |
Zelden:
krolnoot, rolneut, krulneut, krolsteen. Van krolneut zijn verschillende betekenissen
bekend:
- in
essentie is het een uitstekend, krullend of spiraalvormig bouwkundig
ornament; dit is de algemene betekenis (krol is krul, neut is een uitstekend
deel)
- bij de klassieke orden komen we de krolneut tegen in het hoofdgestel
(en wel een stuk boven de trigliefen)
- bij de klassieke orden komen we de krolneut ook tegen in het kapiteel.
- de krolneut komt voor als een plaat in het hoofdgestel of in het kapiteel
(vergelijkbaar met bijvoorbeeld de abacus), met een krul als ornament
- de krolneut is ook een
voluut, de krul zelf eigenlijk
- verder is er nog een vrij algemene betekenis: kraagsteen.
Verschillende (meer en minder oude) bronnen geven verschillende betekenissen die toch allemaal,
uiteraard, raakvlakken hebben. Vaak werd over "sieraad" en
"versiering" geschreven; we zouden dat nu waarschijnlijk een ornament
noemen.
Gelukkig wordt door Van Puyvelde in zijn Handwoordenboek voor de Bouwkunst en de Oudheidkunde
(zie verderop) ook enige reserve gemaakt, over de neut en
een beetje over de krulneut (krolneut):
"Onder de vele bouwkundige vakwoorden, waarbij dit het geval is, houd ik er u een paar
voor, die u een denkbeeld zullen geven van de verwarring, van den heksendans van beteekenissen, die bij
poozen ontstaat in den geest van de Nederlandsche bouwkundigen en archeologen. Deze gebruiken in hun vaktaal veel het zeer
Nederlandsch klinkend neut. Pijtak meent het te moeten gebruiken voor het
massief middendeel van een voetstuk, dat wij teerling heeten; Prof. Plasschaert ziet er een rechtstand van een deur- of vensteromlijsting
in; Weissman en van Houcke-Sleypen geven het woord
op als term voor een vierkant bewerkten steen, die dient tot ondersteuning van een
stijl; Kramers vermeldt het voor een kraagsteen, een uitspringenden ondersteuningsteen; A. van Houcke
gebruikt het voor een modillon of soort van kraagsteen onder de kroonlijst
in de Corinthische orde. Timmerman verleent den naam neut aan een deurstijl (mauclair) en maakt van een
krulneut een eindversiering, die wij klauwstuk noemen (volute). Wie geraakt er nu nog
wijs uit? En wat moet de vakman begrijpen als hij iets te lezen krijgt over de
neuten van een gebouw)?"
Wijze woorden waaruit het belang mag blijken te weten dat er meer
betekenissen zijn van een term, en dat we moeite zouden moeten doen elkaar goed te
begrijpen.
Bronnen en betekenissen
(a) Tekening naar Juan Bautista Villalpando van Willem Goeree (1653-1711):
hier is de krolneut een plaat in het hoofdgestel, zie het detail van de
eerste tekening verderop waar de stenen plaat F de krolneut is. G is "het
voorplat der Krolneut" (de voorkant van de krolneut), wat helaas weer voor
meer uitleggen vatbaar is (1) met krolneut wordt de
gehele plaat bedoeld en niet alleen de uitstekende krul (2) met krolneut
wordt uitsluitend het ornament bedoeld waar we bij G tegenaan kijken...
Bij de tweede betekenis zou misschien de letter G dichter bij de krul hebben
moeten staan.
(b) Het boek Volkoomen Wiskundig Woordenboek, daar in alle Kunstwoorden en Zaaken (...) van
de beroemde werken der heren Newton, Nieuwentydt, Derham, Des-Aguliers, 's
Gravesande, Musschenbroek, Wolff en andere geleerde Schryvers, uit het
Hoogduitsch vertaald door Joan Levinus Stammetz en overzien door Willem la
Bordus vermeldt:
"Kraegsteen of Krolneut, Mutulus, is een groot Lid en
Vercierzel in de Kroon - Lyst van de gewoone of ten minsten van de Roomsche en
Corintische Bouw - Orders" (sic).
Ook hier lijkt de krolneut een plaat in het hoofdgestel, hoewel de term
kraegsteen een beetje wonderlijk is. (De uitdrukking
"groot Lid" wijst op een plaat en de mutulus is immers één van de
hoogste delen.)
(c) In het Handwoordenboek voor de Bouwkunst en de Oudheidkunde van Leo van Puyvelde
(1923 of eerder) wordt bij de krolneut verwezen naar het modillon:
"Vooruitstekende steen of balk, aangebracht tot ondersteuning van de kroonlijst."
Ook hier lijkt de krolneut een plaat in het hoofdgestel, en wel
vooruitstekend. (De uitdrukking "ter ondersteuning" wijst op een
groot onderdeel, bijvoorbeeld een plaat.)
(d) In het Bouwkundig Woordenboek van G.C.W. Pijtak (1848) wordt bij krolneut
verwezen naar Volute (voluut):
"Volute. Ook krolneut genaamd, maakt in het kapiteel der Jonische bouworde (zie dat woord) de hoofdzakelijke versiering uit; dezelve bestaat uit een kromme
lijn, welke spiraalvormig geconstrueerd wordt. In fig. 111 is duidelijk de wijze te
zien, hoedanig men een zuivere kromming voor het bedoelde ornament verkrijgen kan. Vergelijk verder het woord:
Abacus." Fr. Volute, Du. Schnecke.
Verder wordt elders in dat boek vermeld:
"Het kapiteel der Ionische orde heeft een abacus of dekplaat, bestaande uit een bandje met een ogief, waaronder de krolneuten of voluten geplaatst zijn, en waartusschen een eijerlijst met een halfrond en vierkant bandje daaronder zich bevindt. Ook vindt men bij deze kapiteelen, dat zich onder de voluten, nog een hals bevindt, welke met een astragaal van de kolomschacht is afgescheiden; de hals wordt daarbij met palmetten versierd."
Hier is de krolneut identiek aan voluut en een onderdeel van het kapiteel.
(e) In Bouwkundige termen van Haslinghuis Janse wordt niet krolneut vermeld, maar wel krol
(krul, voluut, in het bijz. als aanzet van
topgevelafdekking, klauwstuk). Krol kan hier mogelijk de betekenis van krolneut hebben.
(f) In Van Dale (1999, maar ook uitgave van 1872 geeft dezelfde betekenis):
krolneut (de) [1772, van krol (krul) + neut (uitstekend deel)]; (bouwk.) elke soort van gekronkeld of spiraalvormig sieraad, syn. wrong.;
wrong heeft veel betekenissen, maar de algemenere betekenis van "iets
bijeengedraaids" lijkt het meest waarschijnlijk.
Hier is ook sprake van de algemene betekenis.
(g) In het boek Grond-beginzelen van alle de mathematische weetenschappen, (...)
Bouwkonst, Artillerie (...) van Christiaan Wolff, professor tot Marburg"
(1738), uit het Hoogduits vertaald door Joan Christoffel van Sprögel, staat
vermeld:
"Een steen die zig als het Hoofd van een over de Muur vooruitstaande balk
vertoont, word een Kraagsteen, of Krolneut genoemd" en
ergens anders: "krolneuten zyn de balkenhoofden".
De kraagsteen lijkt een extra betekenis van krolneut of hier wordt met
kraagsteen eenvoudigweg bedoeld dat de plaat ondersteunend werkt.
En het onderdeel krol is toegevoegd omdat het uiteinde vaak een ornament bevatte?
(h) In het Groot Fransch en Nederduitsch woordenboek door Claude Rouxel, François Halma
(...) staat vermeld bij Corbeau:
"Een krolsteen, of krolneut, die in een muur uitsteekt, en waar een balk op
rust".
Ook hier simpelweg een kraagsteen.
plaats van de krolneut in een detail van de tekening van willem goeree naar een tekening van juan bautista villalpando; klik op de afbeelding voor een groter detail! (de volledige tekening is te zien bij het rijksmuseum): ![]() |
tekening van een krolneut (voluut) bij pijtak: ![]() |