hakkelbout

Een hakkelbout is een soort spijker die vroeger veel gebruikt werd voor bijvoorbeeld de onderlinge verbinding tussen paal en kesp (verbindingsbalk op twee of meer heipalen) of andere verbindingen waar de onderkant of achterkant moeilijk te bereiken is en toch een stevige verbinding nodig is
Gewone spijkers willen nog wel eens los komen door verdrogen van het hout of door bewegingen van het hout. Voordeel van de hakkelbout is dat deze spijker (nagel) door de weerhaken vrijwel nooit uit het hout treedt.

De hakkelbout was vaak:
- op één of meer van de lange zijden voorzien van een soort gesmede weerhaakjes (de hakkels)
- van gesmeed ijzer
- vierkant in dwarsdoorsnede
- voorzien van een bolronde of vierkante kop (soms versierd met een afgeknotte piramidevorm of kegel of met een ijzeren bloem of bloemblad; pas later werd soms ook de hakkelbout net als andere spijkers verzonken in het hout, van een houten inzetstukje voorzien en overschilderd)
- aan de onderkant voorzien van een vrij platte punt. 

Voor een goede bevestiging was de hakkelbout vrij dik en lang (bijvoorbeeld 20 mm dik en 30 cm lang).

Er zijn overigens ook "hakkelbouten" met een oog in plaats van een kop; deze hakkelbouten werden dan ingemetseld, bijvoorbeeld voor het aanbrengen van spandraden van een elektrische leiding (aan buitenzijde woning).

Voor een zeer goede verbinding bestaan er nog steeds draadnagels met weerhaakjes, de zogenoemde ankernagels. Sommige ankernagels hebben een paar weerhaakjes, andere een hele rij (ring). De ankernagels met veel ankers (ringen) worden ook ringnagels genoemd. Ook zijn er nagels met een schroefdraad waardoor de verbinding verbetert.


hakkelbout (cultureel erfgoed):


ankernagel met platte kop (contimeta):


ankernagel, schroefnagel en gladde nagel met d-kop; de ankers worden ringen genoemd (conimeta):


De term hakkelen betekent nu "stotteren", maar vroeger ook "herhaald hakken of stoten" en "verscheuren"; verdere uitleg onbekend.
Soms wordt gesteld dat de term hakkel afkomstig is van de haak van weerhaak.

Zie ook nagel, draadnagel, dook, duim, klisnagel, slagplug, toognagel, treknagel.
Verg. toognagel (die juist een tijdelijke functie heeft, terwijl de hakkelbout permanent op zijn plaats moet blijven).


Eng. rag bolt