![]() |
![]() |
![]() |
brutalisme (1950-1975)
Brutalisme
is de stroming waarbij het beton van een gebouw onbewerkt blijft. De term komt
van béton brut wat ruw, rauw, onbewerkt beton
betekent.
Het monumentale, onpersoonlijke, onnatuurlijke van deze bouwstijl
spreekt de brutalisten zeer aan. Vaak is de afdruk van de houten latten van de
bekisting in het oppervlak van het beton zichtbaar. Later wordt het vooral schoonbeton,
maar wel soms met een "werkje", een textuur
of patroon, wellicht om het harde en onpersoonlijke karakter van dit beton (en
daarmee het brutalisme) te verzachten.
Sommige
architecten roemden het brutalisme ook vanwege de zogenoemde
"eerlijkheid" van het materiaal, wat goed paste in hun wollige,
pragmatische taaltje dat het vooral bij de overheid goed doet.
Liefhebbers waarderen het "sculpturale en imposante" karakter,
anderen vinden het alleen maar "lomp en intimiderend". Het dictatoriale van het brutalisme komt ook tot uiting
in de aanhang die het had in Oost-Europa.
In Nederland zijn er niet zo veel brutastische gebouwen, eigenlijk uitsluitend
universiteitsgebouwen en infrastructurele gebouwen (Deltawerken e.d.). Het
egalitaire karakter (gelijkheid voor iedereen) na de Tweede Wereldoorlog,
waaruit het brutalisme ontsproten zou zijn, komt juist niet tot uiting in de top-down-manier
waarop de gebouwen zijn neergezet (kenmerkend voor de overheid).
Eén van de geslaagde gebouwen die brutalistisch zijn en toch een soort
menselijke maat hebben, is het Evoluon in Eindhoven. Waarschijnlijk maakt
de gebogen vorm en "beschermende" vorm het brutalistische zachter,
aangenamer.
Kenmerken van het brutalisme:
- sculpturaal, monumentale blokkendozen,
maar ook andere vormen
- massieve bouw, letterlijk en figuurlijk zware bouw
- onafgewerkte materialen en oppervlakken
- (te) grote, grijze massa's
- er is wel enige textuur, verder nauwelijks decoraties
- meestal kleine vensters
- bijna uitsluitend grote openbare en andere overheidsgebouwen.
Het boek "BRUUT, Atlas van het brutalisme in Nederland" geeft de
kenmerken van het brutalisme als letters van het woord BRUUT:
Beton zichtbaar, Ruwe onafgewerkte oppervlakken, Uitgesproken, Ultra groot en
zwaar en massief en sculturaal, Textuur (beter wellicht: Theatraal).
Nadelen van het brutalisme:
- monumentaal (de "nieuwe monumentaliteit"), onpersoonlijk
en afstandelijk (onverschillig), weerbarstig (koppig), autoritair
(despotisch, ondemocratisch)
- vorm en verschijning (uiterlijk) belangrijker dan gebruik en gebruikers
- onafgewerkt beton zonder opsmuk als "eerlijk" materiaal is nogal
overdreven, misleidend en dictatoriaal
- wordt snel vuil, neigt snel naar een staat van verval (maakt het dan nog
onmenselijker)
- lokt weerstand en vandalisme en graffiti
uit.
Vertegenwoordigers van het brutalisme waren o.m. Le Corbusier en Ludwig Mies van
der Rohe en als Nederlanders waarschijnlijk Jo Vegter en Jaap Bakema.
Hoewel ook ruw metselwerk als brutalisme schijnt te worden opgevat, is de term
toch vooral van toepassing op beton.
Kritische noot
Veel brutalistische gebouwen zijn (gelukkig?) al afgebroken, maar de helft van de
brutalistische gebouwen uit het genoemde boek schijnen al beschermd te zijn door
rijk, procincie of gemeente. De drang naar "behouden" van een wat
elitaire groep is wel enorm omgeslagen.
brutalisme, parlementsgebouw chandigarn, india, arch. le corbusier; klik voor de bron (foto duncid, wikipedia): ![]() |
brutalisme, een goed afgewogen exemplaar in dit geval, stadhuis terneuzen, 1972, arch. jaap bakema; klik voor de bron (foto friedrich tellberg, wikipedia): ![]() |
Verg. Modernisme, Structuralisme.