Berlage *)

De jonge Hendrik Petrus Berlage wilde eigenlijk schilder worden, maar bleek meer talent voor architectuur te hebben. Omdat er in Nederland geen goede opleiding in die richting bestond, studeerde hij van 1875 tot 1878 aan de Technische Hogeschool van Zürich. Daar kwam hij in contact met architecten die zich afzetten tegen de op dat moment overheersende neostijlen, met bijbehorende overdadige versieringen. Op basis van hun denkbeelden ontwikkelde Berlage later een eigen stijl, waarvan wellicht de Amsterdamse School de opvolger was. Berlage ontwierp niet alleen gebouwen, maar ook de inrichting ervan, het meubilair en zelfs drukwerk. Het ontwerpen van andere objecten dan gebouwen kwam vaak voor. Naast architect was Berlage ook stedenbouwkundige.
Zijn ontwerp voor Amsterdam-Zuid bestond uit grote, monumentale woningblokken.



Ideeën

Technische en maatschappelijke ontwikkelingen waren, aldus Berlage zelf, voor hem de basis van zijn bouwkunst. In ieder geval wilde hij zich afzetten tegen het eclecticisme van de 19e eeuw. Hij wilde geen moderner materiaal als beton maar "eerlijk" materiaalgebruik, dus hout moest er gewoon uitzien als hout, en steen als steen, zonder te worden bepleisterd of overgeschilderd. Als hij decoratie gebruikte, moest dit een functie hebben. Voor Berlage draaide architectuur om de samenhang tussen constructie en versiering, en om het evenwicht tussen doelmatigheid en schoonheid.

Berlages beroemdste werk: de Beurs van Berlage

In 1896 kreeg Berlage de belangrijke opdracht voor het bouwen van een nieuw beursgebouw in Amsterdam.
Hij maakte vele ontwerpen voordat in 1898 uiteindelijk de bouw begon van de Beurs van Berlage aan het Damrak. Hiervoor werkte hij zijn ideeën uit: hij moest niets hebben van op oude stijlen gebaseerde ornamenten. Hoewel Berlage eigenlijk weinig op had met nieuwe materialen, is de Beurs betrekkelijk sober en de constructie is duidelijk te zien.
De verschillende materiaalsoorten behielden hun eigen karakter. Zo ontstonden er contrasten tussen bakstenen muren, hardstenen elementen en overkappingen van glas en staal.
Berlage paste bij de Beurs decoratie toe "als dat zinvol was voor de constructie". Het gebouw bezorgde hem in bepaalde kringen een grote reputatie.



Andere werken

Na de Beurs stroomden de opdrachten binnen. Berlage had een groot netwerk van vrienden en gebruikte graag vernieuwende ideeën van ander architecten als K.P.C. de Bazel (bouwen als "systeem", de Wereldhoofdstad), J.H. de Groot (geometrische proporties), J.L.M. Lauweriks (universaliteit, "gemeenschappelijke bouwkunst") en H.J.M. Walenkamp (strakke baksteenvlakken). Voor de gemeente Amsterdam ontwierp Berlage onder meer de Nieuwe Amstelbrug en een aantal bouwprojecten voor volkswoningen, bijvoorbeeld uitbreidingsplannen voor Amsterdam-Zuid en Den Haag. Ook ontwierp Berlage vele woonhuizen, zoals het Jachtslot St. Hubertus in Hoenderloo (Park De Hoge Veluwe). Zoals zoveel architecten bedacht hij veel grootschalige projecten, die nooit zijn uitgevoerd. Berlage heeft zich wel nieuwe bouwtechnieken eigen gemaakt, maar vergat zijn oorspronkelijke ideeën nooit. Toch gold hij niet meer als de grote vernieuwer, zoals hij dat zeker tot 1914 was geweest. Jongere generaties architecten ontwikkelden nieuwe stijlen. De Amsterdamse School is daar het bekendste voorbeeld van.

Berlage heeft, mede door zijn reizen in de VS in 1911, de ideeën van Frank Lloyd Wright naar Nederland gebracht en daarmee meer horizontalisme en structuur in de architectuur gezet. Berlages modernste en mooiste ontwerp is waarschijnlijk het Kunstmuseum Den Haag (zeer lange tijd Gemeentemuseum Den Haag geheten, maar die naam moest natuurlijk weer veranderen, ingegeven door overbodige gemeentelijke kunstadviseurs of wellicht door de landelijke subsidieverstrekkers die steeds meer belachelijke eisen zijn gaan stellen en die anders geen subsidie meer verstrekken).



kunstmuseum den haag (foto roel wijnants, wikipedia):


Verg. Nieuwe Haagse School 

*) bron onbekend, tekst aangevuld; foto's Jan Derwig