|
||||||
1.
Ook: schoorlat. Een zwieping is een soort schoor,
op een eenvoudige manier aan de liggers en
stijlen verbonden, vaak voor
tijdelijke versteviging. In enkele gevallen als onderdeel van een permanente
constructie.
2. De zwieping is het dun uitlopende eind van een touw.
De garens aan het einde van het touw zijn dan voor een deel
weggesneden, hoe dichter bij het einde, des te meer er weggesneden is.
(Denk aan "zweep".)
3. Zwieping is ook de mate van horizontale stijfheid in het vloerveld. Het doorzakken of
scheefzakken van vloeren door bijvoorbeeld slechte, te dunne vloeren, zakken
van heipalen in de loop der tijd, ongelijke belastingen enz.
|
||||||
|