Een
wildrooster of veerooster is een roosterwerk in de grond van een weg of pad bij de toegang tot een deel
van een park, bos of weiland waardoor het wild of vee niet uit dat gedeelte
kan ontsnappen terwijl voetgangers en het overige verkeer over het rooster kan
lopen en rijden.
Om te vermijden dat de hoeven tussen de spijlen blijven steken of de spijl in de gespleten hoeven blijven
steken, wordt vaak een rasterwerk onder het wildrooster bevestigd
zodat het wild of vee de hoef kan terugtrekken.
Let op: ook de hoeven van paarden blijven in de meeste wildroosters
steken!
Bij ontbreken van het onderrasterwerk komt het nog wel eens voor dat
de hoeven vast blijven zitten en het dier in paniek raakt. Daarom is een alternatief voor wildroosters
gevonden in stroommatten, die door de normale voorbijganger tijdelijk
uitgeschakeld kan worden. Een stroomvoorziening moet wel aanwezig zijn
alsmede een duidelijke bebording (bord met uitleg bij het rooster).
Wild-veeroosters
meldt het verschil tussen wild- en veeroosters: "Het verschil tussen een wildrooster en een veerooster is dat een wildrooster een rooster van platstaal bevat en een veerooster een rooster heeft van rondstaal. Wildroosters hebben een rooster van platstaal, omdat de hoeven van wild kleiner zijn dan vee. Daardoor is er minder ruimte tussen de roosters nodig om wild af te rasteren."
(Het vee kan wel over een wildrooster lopen, andersom niet.)
Voor de toegankelijkheid van voetgangers, honden e.d. wordt ook wel een naast
het rooster gelegen pad met een zelfsluitend hek toegepast; soms wordt tijdelijk
een fijner roosterwerk over het wildrooster gelegd.
Ook bij een kerkhof werd de grond van de toegang soms door een rooster voorzien,
het kerkhof-rooster: een wildrooster
bij de toegang van het kerkhof om vee te weren (vooral de wroetende snuiten van
varkens richtten nogal wat schade aan). Dit rooster bij het kerkhof werd soms duivelsrooster
genoemd: een rooster om de duivel te weren (zijn benen waren immers bokkenpoten
met hoeven).
"In de Middeleeuwen ontstond bij de mensen de vrees voor het Vagevuur en de Duivel. De Duivel werd destijds veelal voorgesteld met hoorns en bokkepoten. Mocht de Duivel het kerkhof willen betreden, dan zou hij met zijn poten blijven steken in het rooster.
Al snel raakte de naam duivelsrooster ingeburgerd." (Dodenakkers)
Verg. het doel van de dodenlantaarn
op een kerkhof.
wildrooster in het lage bergse bos, zodat het
wild niet kan ontsnappen, bergschenhoek; klik voor groter (foto joostdevree):
veerooster met geleiding, een extra stevig veerooster zodat ook zwaar
(landbouw)verkeer er over kan rijden; klik voor groter (sfs-afrastering):
wildrooster bij een kerkhof; kerkhof-rooster of duivelsrooster, borger (dodenakkers):