ABCDEFGHIJKLMNOPQRSTUVWXYZ Toets
een onderwerp in het zoekboxje, of
klik op één van de letters A..Z hierboven. (Oud-)student(e) Archit., Bwk, Civ. Techn.?
Iets schrijven
voor de site, als auteur?
Mail
even naar Joostdevree
Uitlogen
is het langzaam oplossen in lucht of in water van stoffen die in vaste vorm gebonden zijn in (bouw)materialen.
Voorbeelden zijn het uitlogen van metalen als lood, koper en
zink van lantaarnpalen (foto) en
dakgoten, het uitlogen van zouten uit verduurzaamd
hout of van siliconen en olie uit afdichtingsmateriaal.
Uitloging hangt ook af van de
permeabiliteit van de constructie:
materialen waar water gemakkelijker in kan doordringen, zullen meestal eerder
uitlogen.
Bouwmaterialen en afvalstoffen hebben
soms de eigenschap dat ze uitlogen met als mogelijk gevolg dat er ongewenste stoffen in de bodem en in het
oppervlaktewater en grondwater terecht komen. Hierover zijn echter nog weinig
gegevens beschikbaar, maar er kunnen uitloogkarakteristieken worden bepaald en
uitloogproeven worden verricht, waarbij bijvoorbeeld het materiaal een bepaalde tijd in
aangezuurd water wordt gebracht, de zogenoemde diffusieproef en voor kleinkorrelige
materialen de kolomproef. De resultaten van deze
proeven geven de hoeveelheid van elke component die maximaal kan uitlogen. Daarnaast kan uit de meetgegevens het zuurneutraliserend vermogen van het materiaal berekend worden.
Met betrekking tot verontreinigde grond: door het toevoegen van de juiste verhouding additief en
cement kan het geproduceerde immobilisaat niet meer uitlogen of eroderen.
Het uitlogen kan ook plaatsvinden onder invloed van meer extreme
omstandigheden of door het toevoegen van een loog. Bijvoorbeeld beton van een vloer
van een boerenstal wordt uitgeloogd door de voor beton agressieve stoffen die in
de mest zitten.
De term "loog", oorspronkelijk een oplossing van soda, is het
Middelnederlands al bekend als "zuiverend vocht". De term is o.m.
verwant met het Latijnse lavare (wassen), het Griekse louein
(wassen) en het Armeense loganam (wassen). De huidige betekenis is voortgekomen uit een oudere betekenis
"wasmiddel". In het Scandinavisch heeft lögerdag (wasdag,
baddag) zich ontwikkeld tot lördag (zaterdag). Bron Etymologiebank.