De
SMART-methode
is een managementmethode om bij een
project op een
slimme, behapbare manier doelstellingen te definiëren, te onderbouwen, te begrenzen, en te
controleren.
Het letterwoord SMART staat voor:
Specifiek:
Welk doel moet bereikt worden?
Maak het doel concreet (bijvoorbeeld zoveel x verminderen met minimaal
percentage x).
Wanneer is het doel bereikt?
Wat gebeurt met het resultaat van het project?
Meetbaar:
Benoem meetbare acties of activiteiten (bijvoorbeeld minimaal drie van onze
bouwmaterialen biobased maken).
Acceptabel
(ook: Aanwijsbaar):
Benoem wie wat moet doen met welke deadline en eventueel kosten om het doel
te bereiken.
Wie is verantwoordelijk voor welk (sub)doel?
Zijn er voldoende mensen beschikbaar? Zo niet, is inhuur wenselijk of juist
niet?
Is er voldoende management-inbreng om de invloed van het project op het
bedrijf of de organisatie zinvol verder te brengen?
Realistisch:
Denk vooraf na of de doelstellingen sowieso haalbaar zijn.
Wees kritisch wat binnen het project behaald kan worden.
Knip grotere doelen in kleinere om het behapbaar (realistisch en meetbaar)
te houden.
Te hoge eisen laten een
project vaak mislukken. (De onmogelijkheid de eisen te halen frustreert niet
alleen, maar zorgt uiteindelijk ook voor onwaarheden. Denk aan de veel te hoge EU-eisen
voor de uitstoot van diesel-auto's: sjoemel-sofware was blijkbaar de enige optie om aan
de onrealistische eisen te kunnen voldoen.)
Te lage eisen komen in de loop
van het project wel naar voren, dan kan eventueel de doelstelling aangepast
worden.
Tijdgebonden:
Door het begrenzen in de tijd wordt men (hopelijk) gedwongen de doelstellingen te
kiezen die werkelijk belangrijk en realiseerbaar zijn in die tijd.
Bepaal in overleg de start- en einddatum het project.
Tijdens het project kunnen doelstellingen veranderen (verschuiven), kleiner worden of juist
omvangrijker.
Eventueel kunnen afspraken gemaakt worden om het projectteam uit te breiden
om de veranderde, nieuwe of omvangrijker doelen toch binnen het traject te
realiseren.
Voordelen
- Een project wordt van te voren al redelijk bezien op uitvoerbaarheid.
- Onduidelijkheden en onmogelijkheden kunnen eerder aan het licht
komen. Vaak is niet duidelijk of in "hoeveelheden" verbetering gewerkt kan
worden. Als dat uit de SMART-sessie blijkt, kan waarschijnlijk beter een
pilotproject gestart worden om na te gaan of de doelstellingen gebruikt zouden
kunnen worden en wat de voorwaarden daarbij zijn.
Nadelen
- Niet alle doelstellingen in ene project zijn (onmiddellijk) meetbaar. Juist de wat experimentele
projecten waar SMART niet veel kan betekenen, kunnen veel vernieuwing en
geld opleveren.
- Vaak is de drift tot "meten en weten" een uiting van zwakte, van onkunde, van onzekerheid, van teveel sturing van het hogere echelon (die in zo'n zelfde situatie verkeert), waardoor
management en personeel kunnen vervallen in een overdadige controle-dwang. (In andere tijden heetten zij fijnslijpers: de punaisepoetsers die normaal werken
blokkeren, het bedrijf veel geld kost en hert personeel veel ergernis. Zie
ook bij de nuttelozen.)
- SMART wordt vaak misbruikt door niet-vaktechnische managers en
soms zelfs geëist bij van alles en nog wat.
Ze hebben immers geen verstand van de betreffende zaken en kennen alleen
managementtrucjes. "We doen het SMART dus daar moeten we ons aan houden."
De managers die SMART louter toepassen omdat ze
zelf niets weten en kunnen kost het bedrijf veel tijd en geld en
energie. Anderen moeten alle activiteiten uitvoeren, ook al zijn die
nutteloos of contra-productief.