In het algemeen
is de kop de korte smalle kant of zijde van een
rechthoekige vorm of de (soms kortere) uitloper van een groter geheel. Wordt meestal gebruikt als verwijzing naar de
smalste kant van een baksteen of een halve baksteen.
(De lange smalle
zijde van een baksteen heet strek;
de boven- en onderzijde van de baksteen heten de legvlakken.)
Het woord kop is waarschijnlijk ontleend aan het
Laatlatijnse cuppa (drinkbeker), een variant van klassiek Latijn cupa
(kuip, ton, vat). Naar analogie van de vorm van een drinkbeker ontwikkelde zich de betekenis
"hersenpan, schedel", waaruit algemener "hoofd". Deze betekenisuitbreiding is vergelijkbaar met die van
het Franse tête (hoofd) uit het Latijnse testa (pot) en die van
kanis (hoofd) uit "mand". Bron Etymologiebank.
Eng. (baksteen) header; (sleutel) bow; (spijker) head; verzonken kop
is countersunk head; platte kop is flat head; verzonken kop is
countersunk head; kopgevel is end wall, end elevation; op de kop van het
gebouw is on the side wall of the building; met kop en schouders
uitsteken boven is to stand head and shoulders above